Inhoudsopgave
Gebruikte symbolen ............................................................ 47
Veiligheidsrichtlijnen ....................................................... 47
Algemene aanwijzingen .................................................. 47
Accu's ................................................................................ 48
Onderhoud ......................................................................... 49
Controles ............................................................................. 49
Fouten zoeken ................................................................... 50
Gebruiksdoel ....................................................................... 51
Toelating ............................................................................. 51
Plaatskeuze .......................................................................... 53
Spatlappen ........................................................................ 54
Aansluitschema ................................................................... 56
Waarschuwingen ................................................................ 57
Gebruikte symbolen
Symbool wijst op mogelijke gevaren.
Opmerking met informatie en tips.
Veiligheidsrichtlijnen
- Vóór het eerste gebruik van de Mover® op open terrein oefe-
nen, om u met de functies van resp. de afstandsbedie-
ning en de Mover® vertrouwd te maken.
- Vóór ieder gebruik van de Mover® de banden en aandrijf-
rollen controleren; eventueel scherpe stenen en dergelijke
verwijderen.
- De schuifschakelaar aan de zijkant van de afstandsbedie-
ning (AAN / UIT) dient ook als „noodstop-schakelaar". Bij
opvallende zaken, bijv. ongecontroleerd gedrag van het
rangeersysteem, moet de schakelaar aan de zijkant onmid-
dellijk op „UIT" worden gezet.
- Tijdens het gebruik mogen zich geen personen in de cara-
van bevinden.
- Binnen het draai- en verplaatsingsbereik (manoeuvreerbe-
reik) van de caravan mogen zich geen personen (vooral
geen kinderen) ophouden.
- Bij het aanzetten / vrijzetten en tijdens het gebruik van de
Mover® SR moet erop worden gelet dat er geen haren, lede-
maten, kleding of andere op lichaam gedragen voorwerpen
tussen bewegende en / of draaiende onderdelen (bijv. aan-
drijfrollen) kunnen komen.
- Bij het manoeuvreren mag de afstand tussen de draadloze af-
standsbediening en het midden van de caravan max. 10 m
bedragen!
- Bij storingen de handrem aantrekken.
- Om omslaan van de caravan te voorkomen, bij het manoeu-
vreren op hellingen de dissel naar onderen (bergaf) richten.
- Na het manoeuvreren altijd eerst de handrem aantrekken,
daarna de aandrijfrollen van de band vrijzetten en de
wielen (met name op hellende ondergronden!) blokkeren.
De Mover® is niet geschikt als parkeerrem voor als de
caravan op zijn plaats staat.
- Zorg ervoor dat de draadloze afstandsbediening nooit onbe-
voegd kan worden gebruikt (let daarbij vooral op kinderen!).
- Trek de caravan nooit terwijl de aandrijfrollen tegen de ban-
den zijn aangezet, aangezien dit kan leiden tot schade aan
de banden, aan de trekauto en aan de aandrijfeenheden.
- Alle wielen en banden van de caravan moeten van dezelfde
maat en hetzelfde type zijn.
- Om een correct functioneren van de Mover® te waarborgen,
moet de afstand tussen banden en weggedraaide aandrijf-
rollen 20 mm bedragen. Alle banden moeten - volgens de
gegevens van de fabrikant - dezelfde bandenspanning heb-
ben (controleer dit regelmatig!). Door slijtage van de banden
of montage van nieuwe banden is eventueel een nieuwe
instelling van de afstand aandrijfrollen / banden nodig (zie
„Montage van de aandrijfelementen").
- De caravan mag niet onder de Mover® worden opgekrikt,
omdat dit tot beschadiging van de aandrijfeenheid kan
leiden.
- Gevoelige voorwerpen, zoals camera's, DVD-spelers enz.
mogen niet in de bergruimte in de buurt van de besturing
of van de motorbekabeling worden bewaard. Ze zouden
schade kunnen oplopen door de sterke elektromagnetische
velden.
- Door het gewicht van de Mover® wordt het ledig gewicht
van het voertuig hoger, daardoor wordt de nuttige belasting
van het voertuig minder.
- Bij het aanzetten van de rollen op de banden moet erop
worden gelet dat er zich geen voorwerpen (bijv. stenen, ijs-
klompen) tussen de motor en het motorhuis bevinden.
Algemene aanwijzingen
De Mover® SR is ontwikkeld voor hellingen tot 13 % bij een
totaalgewicht van 2.000 kg op een geschikte ondergrond.
De Mover® kan afhankelijk van het gewicht van de caravan
deze vanaf een hoogte van ca. 2 cm niet zonder hulpmiddelen
over obstakels heen laten rijden (gebruik oprijwiggen).
Door de specifieke eigenschappen van een radiosignaal kan
dit door het terrein / door voorwerpen worden onderbroken.
Hierdoor bestaat de kans dat incidenteel rondom de caravan
de ontvangstkwaliteit verminderd is, waardoor de werking van
de Mover® eventueel korte tijd kan worden onderbroken.
Na het uitschakelen van de Mover® met de afstandsbedie-
ning blijft de besturing stand-by. Om deze compleet uit te
schakelen, moeten de polen van de accu worden losgemaakt
of moet er een scheidingsschakelaar worden gemonteerd.
47