Let op: niet alle soorten glas zijn hittebestendig. Daarom moet een glazen wand in sommige gevallen als
een brandbare wand worden beschouwd. Neem contact op met een plaatselijke schoorsteenveger of
glasproducent om de juiste afstand tot glas na te gaan.
Vereisten voor de schoorsteen
De schoorsteen moet zo hoog zijn dat een goede trek gewaarborgd wordt en de rook geen belasting vormt.
Nominale trek: 12 Pa.
De schoorsteen moet een dagmaat van min. 150mm in diameter hebben. Als bijkomende minimale vereiste
geldt echter dat de opening in grootte steeds overeen moet stemmen met het afvoeraansluitstuk van
de kachel. De schoorsteen moet bovendien voorzien zijn van een makkelijk toegankelijke reinigingsdeur.
De rookbuis en schoorsteen moeten altijd geschikt zijn voor gebruik met een houtkachel. Vraag uw
HWAM-dealer om meer informatie.
Aansluiting op de schoorsteen
Alle kachels hebben een achter- en een bovenaansluiting voor de rookafvoer. De kachel kan op een
goedgekeurde stalen schoorsteen met bovenaansluiting of rechtstreeks op de achteraansluiting van een
schoorsteen worden aangesloten.
Verticale doorsnede van de rookafvoer (Tekening B en C)
B: Rookafvoer langs boven
C: Rookafvoer langs achter
• Stalen schoorsteen (9).
• De bocht (10) past inwendig op het aansluitstuk van de kachel.
• Gemetselde schoorsteenwand (11).
• Ingemetselde mof (12). Past op de rookpijp.
• Muurrosace (13). Verbergt reparatie rond de gemetselde mof.
• Pakking (14). Wordt gedicht met dichtingsstrip.
• Rookkanalen (15) van de HWAM kachel.
• Regelschuif (16)in rookpijp.
• Reinigingsluikje (17).
Wijzigen van rookafvoer van bovenafvoer naar achterafvoer - HWAM 3420 (Tekening D)
Werkwijze bij kachels met een topplaat van speksteen of gietijzer.
Indien het gaat om een kachel die geschikt is voor een bekleding van speksteen (zonder gemonteerde
bekleding van speksteen) begint u bij punt 3 en eindigt u bij punt 10.
1. Demontage van zijwanden. Til de ene zijkant ca. 10 mm naar boven en trek deze weg van de kachel,
zodat de zijwand los komt van de geleidepennen in de bodemplaat van de kachel. Herhaal dit met de
andere zijwand.
2. Demontage van de topplaat van de kachel (1). Verwijder de vier schroeven (Torx Bit nr. 30 of M6-moer)
onder de topplaat, twee stuks aan elke kant, en til de topplaat van de kachel.
3. Demontage van achterplaat (2). Til de achterplaat naar boven en trek deze weg van de kachel, zodat
de achterplaat los komt van de geleidepennen in de bodemplaat van de kachel. De achterplaat heeft
een uitsparing voor het rookkanaal. Breek de plaat binnen deze uitsparing af zodat een gat in de
achterwand ontstaat waar het rookkanaal in past.
4. Maak de klemmen (5) los en haal de leidingen uit de klemmen.
5. Demontage van afdekplaat (3). Demonteer de afdekplaat aan de achterzijde van de kachel door de
drie schroeven te verwijderen (Torx Bit nr. 30). Nu kan de afdekplaat worden verwijderd.
6. Demontage van rookring (4). Demonteer de rookring aan de bovenzijde van de kachel door de drie
schroeven te verwijderen. Nu kan de rookring worden verwijderd.
7. Montage van rookring (4). Plaats de rookring in het rookafvoergat achter op de kachel en zet deze vast
met de drie schroeven. Het is belangrijk dat de lambdasonde (6) op de in afbeelding D1 aangegeven
manier wordt gedraaid.
26