6. Batterij
1.
Schakel het toestel uit om de batterij te vervangen.
2.
Open het batterijvak achteraan het toestel met een geschikte
schroevendraaier.
3.
Verwijder de oude batterij en plaats een nieuwe, identieke 9 V-batterij
in het batterijvak volgens de polariteitsaanduidingen.
4.
Sluit het batterijvak.
Waarschuwing: U mag batterijen nooit doorboren of in het vuur
gooien (explosiegevaar). Herlaad geen alkalinebatterijen. Gooi
batterijen weg volgens de plaatselijke milieuwetgeving. Houd de
batterijen buiten het bereik van kinderen.
7. Gebruik
1.
Verwijder de beschermkap van de lichtontvanger.
2.
Houd de aan/uit-knop gedurende 1 seconde ingedrukt om de meter in
te schakelen.
3.
Druk kort op de knop voor achtergrondverlichting/datahold, om de
achtergrondverlichting in te schakelen.
4.
Druk op de fc/lux-knop om de meeteenheid te selecteren.
5.
Richt de lichtontvanger naar de lichtbron op een afstand van 1 tot 1.5
m. De lichtsterkte verschijnt op de display.
6.
Houd de knop voor achtergrondverlichting/datahold ingedrukt
gedurende 3 seconden, om de meetwaarde te bevriezen. Druk kort in,
om de bevriezing op te heffen.
7.
Houd de MIN/MAX-knop ingedrukt om de geregistreerde
maximumwaarde weer te geven, druk nogmaals om de geregistreerde
minimumwaarde weer te geven. Druk nogmaals om de functie te
verlaten. Houd de MIN/MAX-knop ingedrukt gedurende 3 seconden om
de geregistreerde minimum- en maximumwaarden te wissen.
8.
Houd de aan/uit-knop gedurende 3 seconden ingedrukt om de meter
uit te schakelen.
9.
Plaats de beschermkap op de lichtontvanger na gebruik.
8. Reiniging en onderhoud
Maak het toestel geregeld schoon met een vochtige, niet pluizende
doek. Gebruik geen alcohol of oplosmiddelen. Dompel het toestel
NOOIT onder in een vloeistof.
Bewaar de meter op een droge plaats en vermijd blootstelling aan vocht
en trillingen.
Verwijder de batterij wanneer u de meter voor een lange periode
opbergt.
V. 01 – 07/05/2015
DEM301
9
©Velleman nv