Functies
Startfunctie
Werkingsfunctie
Veiligheidfunctie
Startfunctie (branders L-TH)
Wanneer van de installatie warmte
wordt gevraagd, wordt eerst de
voorverwarming van de verstuivingslijn
onder spanning gesteld. In de
verstuivingslijn geeft een thermostaat
het afwikkelen van het
automaatprogramma vrij, wanneer de
instelwaarde voor de stookolie is
bereikt. Bij koud opstarten duurt het
voorverwarmen ongeveer 2 minuten.
Werkingsfunctie
De veiligheidsautomaat begint het
–
afwikkelen van het programma.
De motor en de transformator worden
–
onder spanning gesteld
Voorventilatie
–
Openen van het elektromagnetische
–
ventiel 4
Verschijnen van de vlam
–
Zonder spanning stellen van de
–
transformator
11/2004 - Art. Nr.13 010 767B
Veiligheidsfunctie
Een storing veroorzaakt stilstand in
volgende gevallen:
een vlamsignaal wordt waargenomen
–
tijdens de voorventilatie (parasietlicht)
bij de ontsteking (openen van het
–
ventiel) wordt geen vlamsignaal
waargenomen na 5s.
(beveiligingstijd).
in geval van ongewild uitdoven, en na
–
een poging tot opnieuw aansteken,
verschijnt geen vlam.
Stilstand wegens storing wordt
aangegeven door de storingslamp. De
brander wordt ontgrendeld, na
verhelpen van de oorzaak van de
storing, door een druk op de knop
heropstarten.
Principeschema
1
Branderpomp
2
Drukregelaar
3
Verstuiverpomp
4
Elektromagnetisch ventiel
5
Sproeierlijn (met voorverwarming
voor de branders L-TH)
6
Verbrandingsbuis
7
Deflector
8
Luchtdoseertrommel
9
Luchtsluitklep met terugtrekveer
(behalve EK01B.7 L-T)
10
Ventilator
11
Motor
NL
17