4-standenschakelaarinstellingen
Boven verhitting
Boven en onder verhitting met hete
lucht convectie
Onder verhitting
Boven verhitting met draaiende spit
De verwarmingselementen zullen
alleen aangaan wanneer de tijdklok is
ingeschakeld.
Tijdklok
De tijdklok kan gebruikt worden voor het
selecteren van een bepaalde kooktijd (tot
120 minuten) of continue werking.
Voor continue werking, de tijdklok, tegen de
wijzers van de klok in, draaien naar de stand
. Om het apparaat uit te schakelen, de
knop van de tijdklok terugdraaien naar de
stand '
'.
Om een tijdsduur te programmeren de knop
van de tijdklok, met de wijzers van de klok
mee, draaien naar de gewenste waarde.
Om een tijd van minder dan 20 minuten
in te stellen, draai de tijdklok eerst naar
een iets hogere stand en dan langzaam
terug naar de gewenste tijdstand. Wanneer
de voorgeprogrammeerde tijd verlopen
is zal een pieptoon aangeven dat de
verhittingselementen uitgeschakeld zijn.
Controlelampje
Het controlelampje zal aangaan wanneer het
apparaat is aangezet. Het zal uitgaan zodra
de voorgeprogrammeerde tijd verlopen is, of
de schakelaar teruggezet is naar de stand
.
Draaispit
Als het draaispit wordt gebruikt wordt alleen
de boven verhitting gebruikt.
∙ Wanneer het eten op de spit gedaan
wordt, zorg er dan voor dat dit niet in
contact komt met de bovenste of onderste
verwarmingselementen; zorg voor
voldoende afstand.
∙ Steek de spit door het eten en zorg ervoor
dat de spit door het midden gaat. Dit moet
gedaan worden om ervoor te zorgen dat
het eten niet te dicht bij de binnenwanden
of verwarmingselementen komt. Gebruik
de spit klemmen om het eten in het
midden van de spit vast te zetten.
∙ Eventueel uitstekende stukjes (bijv.
vleugels van een kip) moeten op hun
plaats worden gehouden met een
tandenstoker, een stukje touw of andere
geschikte middelen. Dit zorgt ervoor dat
tijdens het kookproces geen delen van
het eten zullen uitsteken of eraf komen.
∙ Inzetten en verwijderen van het draaispit:
∙ Op het moment dat het eten op de
juiste manier is aangebracht, de spit op
de eindstukken plaatsen. Zorg ervoor
dat het spit veilig ondersteund wordt in
de uitsparingen van eindstukken.
∙ Schuif het uiteinde van de spit met de
aansluiting voor de aandrijfeenheid in
de aandrijfeenheid.(zie afbeelding II).
∙ Plaats het vrijloop uiteinde in de steun
aan de andere kant (zie afbeelding I) van
het apparaat.
∙ Om de draaispit te verwijderen deze
stappen in omgekeerde volgorde
opvolgen.
25