werkzaamheden kunnen met
de halve luchtstroom
uitgevoerd worden. Een lagere
luchtstroom zorgt voor minder
lawaai en minder stof.
Bovendien vliegt het
verzamelde/verplaatste afval
dan ook niet alle kanten op.
• Gebruik een hark of een
bezem om het vastzittende
vuil van de grond los te
maken.
• Houd de mond van de
blaaspijp zo dicht mogelijk bij
de grond.
• Wees u bewust van uw
omgeving. Richt het product
weg van mensen, dieren,
speelplaatsen en auto's enz.
• Beperk de blaastijd tot een
minimum door stoffige
gebieden met behulp van
sproeiapparatuur te
bevochtigen.
• Let op de windrichting. Werk
met de wind mee om uw werk
te vergemakkelijken.
• Stop het product en verwijder
de accu als het product
abnormaal gaat trillen.
• Het is tijdrovend om het
product te gebruiken om grote
bergen te verplaatsen en het
creëert onnodig lawaai.
• Ruim uw rommel op. Vergewis
u ervan dat u geen vuil op het
54
erf van iemand anders heeft
geblazen.
• Ren niet met het product.
• De krachtige luchtstroom kan
voorwerpen met zo'n snelheid
verplaatsen dat ze terug
kunnen stuiteren en ernstig
letsel aan uw ogen kunnen
veroorzaken.
• Richt de luchtstroom nooit op
mensen of dieren.
• Zet de motor uit voordat u
accessoires of andere
onderdelen monteert of
demonteert.
• Houd alle lichaamsdelen uit de
buurt van hete oppervlakken.
• Leg het product nooit neer
terwijl het is geactiveerd, tenzij
u er goed zicht op hebt.
1166 - 004 - 20.12.2019