2.
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
Lees voor gebruik de installatie- en gebruiksvoorschriften
zorgvuldig door. Voor een goede werking van de ontvanger moeten
de ontvangstcondities optimaal zijn. Plaats de ontvanger niet in
een metalen kast (b.v. in een 19" rack). Houd de ontvanger weg
van warmtebronnen. Controleer of alle in- en uitgangen goed zijn
aangesloten voordat hij aangezet wordt. De ontvanger wordt
geleverd met een externe voeding voor 230V 50Hz wisselspanning.
Om schokken en defecten te voorkomen, geen voorwerpen, zeker
geen metalen, in de ontvanger of voeding stoppen. Mocht er
onverhoopt vloeistof op de ontvanger of voeding terecht komen,
trek dan de stekker uit het stopcontact en neem direct contact op
met uw PASO leverancier.
3.
AANSLUITINGEN
Sluit één van de ontvangeruitgangen [8] of [9] aan op een
geluidsinstallatie. De aansluiting kan ongebalanceerd [8] of
gebalanceerd [9] zijn. Gezien de verschillende uitgangen is het aan
te bevelen uitgang [8] te gebruiken voor het aansluiten van
eindversterkers, mixers en versterkers met auxiliary- ingang en
uitgang [9] voor mixers en versterkers met een gebalanceerde
microfooningang. Bovendien is de "AUX"- uitgang [8] voorzien van
een led-indicatie "AUX VOL." [7].
Tekening 3.1 laat de verbindingen zien. Gebruik de voeding, die
geleverd wordt bij de ontvanger, om de ontvanger te voeden. Sluit de
12V plug aan op de R208-T [5] en sluit daarna de voeding aan op de
230V/ 50Hz wisselspanning.
Niet-gelijkbelaste uitgang AUX
1
afscherming
2
niet aangesloten
3
signaal
4.
BEDIENING VAN DE DIVERSITY ONTVANGER
Het radio- frequentiesignaal dat opgevangen wordt door een antenne
kan zodanig verzwakt worden door reflectie en absorptie van muren,
plafonds etc., (vooral als deze van metaal zijn). dat het Squelch
circuit geactiveerd wordt waardoor het line uitgangssignaal dempt.
Dit verzwakkingeffect kan grotendeels vermeden worden door het
gebruik van twee antennes met verschillende ontvangstcircuits.
Omdat de twee ontvangers continu het sterkste signaal doorgeven,
is er altijd een perfecte weergave.
5.
SQUELCH CIRCUIT EN PILOT TONE
Het draadloze systeem heeft een geavanceerd elektronisch circuit
voor het muten van de ontvanger (Squelch).
De werking van dit circuit is gebaseerd op het ontdekken en
identificeren van een specifiek signaal (pilot tone) dat van de
eigen zender naar de ontvanger met dezelfde frequentie gestuurd
wordt. Het mutingsysteem activeert de ontvanger alleen als het
niveau van het signaal, dat opgevangen wordt door de antennes,
groter is dan de ingestelde drempel en de pilot tone opgespoord en
herkend wordt.
8
Gelijkbelaste uitgang MICRO
1
afscherming
2
warme signaalkant
3
koude signaalkant
Fig. 3.1
WIRELESS SYSTEMS
Op deze manier wordt voorkomen dat gekraak en gesis, dat te
wijten is aan ongewenste signalen die de antennes opvangen,
weergegeven wordt. De Squelch- gevoeligheid is regelbaar met
een potmeter [6]; door de potmeter de klok rond te draaien, wordt
een hogere gevoeligheid van de ontvanger gecreëerd.
6.
GEBRUIK VAN DE ONTVANGER
Maak de verbindingen voor de ontvanger zoals getekend in
sectie 3. Controleer of de frequenties van ontvanger en zender
gelijk zijn. Trek de twee telescoopantennes [1] van de ontvanger
helemaal uit, stel ze zo in dat ze een hoek van 90° vormen. Draai
de Squelch potmeter [6] helemaal rond in de richting van de klok
(maximale ontvang gevoeligheid) en zet de ontvanger aan met de
aan/uitschakelaar [4]. Het controlelampje "MUTE" [2] gaat branden
en geeft hiermee aan dat de ontvanger werkt en het Squelch-
circuit actief is. Zet de zender aan en let erop dat tegelijkertijd het
mute- indicatie lampje "MUTE" [2] uitgaat. Pas de gevoeligheid van
de ontvanger aan door het Squelch- niveau zo te regelen dat
eventuele problemen als kraken en sissen, die kunnen ontstaan
wanneer het systeem de grens van normaal gebruik bereikt,
onderdrukt worden. De "ANT1" en "ANT2" led- indicators [3]
geven voortdurend aan welke antenne het sterkste signaal opvangt.
Regel vervolgens het volume van de versterker of mixer om het
vereiste luisterniveau te verkrijgen.
7.
SUGGESTIES
Hieronder volgen enige suggesties, die ertoe kunnen bijdragen het
draadloze microfoonsysteem optimaal te laten functioneren:
7.1 Controleer altijd de batterij die in de zender is geïnstalleerd.
7.2 Houd
het
Squelch-niveau
bedrijfsomstandigheden toestaan (ontvangstgebied, obstakels,
laag niveau van batterij van de zender).
7.3 Test de zender in het desbetreffende gebied om te controleren of
er geen ontvangsthiaten zijn; richt, indien nodig, de antennes
van de ontvanger opnieuw en installeer de ontvanger in een
betere ontvangruimte.
7.4 Controleer tijdens het testen van punt 7.3 ook het rondzingen
(Larsen effect).
Mocht dit voorkomen, probeer dit dan op te lossen op één van
de volgende manieren:
-
herplaats de luidsprekers;
-
vergroot de afstand tussen de zender en de dichtstbijzijnde
luidspreker;
-
verminder de gevoeligheid van de zender (indien mogelijk);
-
verlaag het volume van de installatie.
8.
TECHNISCHE GEGEVENS
Draagfrequentie
Pilot tone
Soort modulatie
Gevoeligheid RF
Frequentiestabiliteit
Nominale vervorming
Respons in geluidsfrequentie
Harmonische vervorming
Signaal/storingsverhouding
Geluidsuitgangen
Voeding
Opgenomen vermogen
Afmetingen (L x H x P)
Gewicht
altijd
zo
laag
als
de
160÷245 MHz (VHF)
32,768 kHz
FM (F3E)
3 µV
± 0,005%
± 40 kHz bij 1kHz sinustoon
50÷15000 Hz
< 1% bij nominale vervorming
> 90 dB
MICRO 60 mV
AUX 0÷2 V
12÷18 Vcc
< 300 mA
222 x 40 x 118 mm
550 g