14
www.aeg.com
6.5 Tips voor het invriezen
• Vries alleen verse en grondig
schoongemaakte levensmiddelen van
uitstekende kwaliteit in.
• Verdeel voor efficiënter invriezen en
ontdooien het voedsel in kleine
porties.
• Wikkel het voedsel in aluminiumfolie
of plastic. Zorg ervoor dat de
verpakking luchtdicht is.
• Om te voorkomen dat de
temperatuur van al ingevroren
voedsel toeneemt, dient u vers
voedsel hier niet direct naast te
plaatsen.
• Smalle pakjes zijn makkelijker te
bewaren dan dikke. Zout maakt
voedsel minder lang houdbaar.
• IJsblokjes, ingevroren water of
waterijsjes niet meteen nadat ze uit
de vriezer zijn gehaald opeten.
Gevaar voor bevriezing.
7. ONDERHOUD EN REINIGING
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken
Veiligheid.
7.1 Algemene waarschuwingen
LET OP!
Voordat u welke
onderhoudshandeling dan
ook verricht, de stekker uit
het stopcontact trekken.
Dit apparaat bevat
koolwaterstoffen in de
koeleenheid. Onderhoud en
hervullen mag alleen
uitgevoerd worden door
bevoegde technici.
De toebehoren en
onderdelen van het
apparaat zijn niet geschikt
om in een afwasmachine
gewassen te worden.
• Het is aan te bevelen de invriesdatum
op elk pakje te vermelden, dan kunt u
zien hoe lang het al bewaard is.
6.6 Tips voor het bewaren van
ingevroren voedsel
• Verzeker u ervan dat de commercieel
ingevroren levensmiddelen op
geschikte wijze door de winkelier
werden bewaard.
• Zorg ervoor dat de ingevroren
levensmiddelen zo snel mogelijk van
de winkel naar uw vriezer gebracht
worden.
• Als voedsel eenmaal ontdooid is,
bederft het snel en kan het niet
opnieuw worden ingevroren.
• Bewaar het voedsel niet langer dan
de door de fabrikant aangegeven
bewaarperiode.
7.2 Periodieke reiniging
LET OP!
Trek niet aan leidingen en/of
kabels aan de binnenkant
van het apparaat en
verplaats of beschadig ze
niet.
LET OP!
Let op dat u het koelsysteem
niet beschadigt.
Het apparaat moet regelmatig worden
schoongemaakt:
1. Maak de binnenkant en de
accessoires schoon met lauw water
en wat neutrale zeep.
2. Controleer de afdichtingen
regelmatig en wrijf ze schoon om u
ervan te verzekeren dat ze schoon en
vrij van resten zijn.
3. Spoel ze af en maak ze grondig
droog.
4. Maak indien toegankelijk de
condensor en de compressor aan de
achterkant van het apparaat schoon
met een borstel.