BEHANDELING EN ONDERHOUD
Reinig het toestel inclusief de sensors en filters regelmatig om een optimale werking
van deze luchtreiniger te handhaven.
Denk eraan de stekker uit het stopcontact te trekken tijdens het reinigen van het
toestel en raak de stekker nooit met natte handen aan. Dit kan een elektrische schok
en/of lichamelijk letsel veroorzaken.
HOOFDTOESTEL
Reinig het hoofdtoestel zo vaak als nodig is om vuil of vlekken te voorkomen. Als vlekken
blijven zitten, zijn ze na verloop van tijd moeilijk te verwijderen.
Reinig met een zachte, droge doek.
Verwijder hardnekkige vlekken of vuil met een zachte doek gedrenkt in warm water.
Gebruik geen vluchtige vloeistoffen
Benzeen, verfverdunner, schuurpoeder en dergelijke kunnen het oppervlak van het toestel
beschadigen.
Gebruik geen detergenten
Detergensbestanddelen kunnen het toestel beschadigen.
Laat het toestel niet in contact komen met water.
GEURSENSOR
De gevoeligheid van de sensor wordt
onstabiel wanneer de geursensor vuil of
geblokkeerd is. Verwijder het stof van de
oppervlakken van de sensoropeningen
met een stofzuiger.
Geursensor
Hoofdtoestel
HEPA-filter
Was het HEPA-filter niet.
Wassen komt het filter niet
ten goede en kan zelfs
kortsluiting of een defect
veroorzaken.
Actief koolstoffilter
Opening voor sensor
N-11