4. Inbedrijfstellen
Aanwijzing
Let erop dat bij de inbedrijfstelling de batterijen altijd eerst
in het meetstation, en dan pas in het basisstation worden
geplaatst.
4.1 Batterijen plaatsen
Meetstation
• Open het batterijvakje (23) en verwijder de
contactonderbreker.
• Sluit vervolgens weer het deksel van het batterijvakje.
Basisstation
• Verwijder de beschermfolie van de display.
• Open het batterijvakje (17) en plaats drie AAA Micro-
batterijen met de polen (+) en (-) in de juiste richting.
• Sluit vervolgens weer het deksel van het batterijvakje.
4.2 Batterijen vervangen
Aanwijzing
• Denk er na het vervangen van de batterijen van het
meet- of basisstation steeds aan dat er een nieuwe
synchronisatie van deze stations moet worden uitgevoerd.
• Verwijder daartoe de batterijen uit het andere station en
plaatst ze opnieuw of vervang ze ook als dat nodig is.
Meetstation
• Open het batterijvakje (23), verwijder de verbruikte
batterijen, voer deze volgens de lokale milieuvoorschriften af
en plaats twee nieuwe AAA Micro-batterijen. Let daarbij op
de juiste polariteit van (+) en (-). Sluit vervolgens het deksel
van het batterijvakje weer.
Basisstation
• Open het batterijvakje (17), verwijder de verbruikte
batterijen, voer deze volgens de lokale milieuvoorschriften af
en plaats drie nieuwe AAA Micro-batterijen. Let daarbij op
de juiste polariteit van (+) en (-). Sluit vervolgens het deksel
van het batterijvakje weer.
5. Montage
Aanwijzing – Montage
• Het is aan te raden het basis- en meetstation allereerst op
de gewenste plaatsen van opstelling zonder montage neer
te zetten en alle instellingen - zoals in 6. Gebruik en
werking is beschreven – uit te voeren.
• Monteer pas na een correcte instelling en stabiele
draadloze verbinding het/de station/s.
Aanwijzing
• Het bereik van de draadloze verbinding tussen het meet-
en basisstation bedraagt in het open veld max. 30 m.
• Let er vóór de montage op dat de draadloze verbinding
niet door storende signalen of obstakels zoals gebouwen,
bomen, voertuigen, hoogspanningskabels o.a. negatief
wordt beïnvloed.
• Vergewis u er vóór de de nitieve montage van dat er
tussen de gewenste plaatsen van opstelling voldoende
ontvangst c.q. een stabiele draadloze verbinding bestaat.
• Let er bij de montage van het meetstation op dat
dit tegen direct zonlicht en regen beschermd is
gepositioneerd.
• De internationale standaardhoogte voor het meten van
de luchttemperatuur bedraagt 1,25 m (4 ft) boven het
maaiveld.
Waarschuwing
• Schaf speciaal resp. geschikt montagemateriaal bij
de vakspecialist aan voor de montage aan de daartoe
bestemde wand.
• Vergewis u ervan dat er geen defecte of beschadigde
onderdelen worden gemonteerd.
• Tijdens de montage nooit geweld of grote kracht
gebruiken. Dit kan het product beschadigen.
• Controleer vóór de montage of de wand waaraan het
product wordt bevestigd, het aan te brengen gewicht
kan dragen en vergewis u ervan dat er zich bij de
montageplaats in de wand geen elektrische bedrading,
water-, gas- of andere leidingen bevinden.
• Monteer het product niet op plaatsen waaronder zich
personen kunnen begeven.
5.1 Basisstation
• Zet het basisstation met behulp van de voet op een vlakke
ondergrond neer (19).
• Alternatief kunt u het basisstation met behulp van de
uitsparing (16) op de achterzijde aan een wand monteren.
5.2 Meetstation
• Het meetstation kunt u tevens op een vlakke ondergrond
buiten opstellen.
• Het is aan te raden het meetstation veilig en stevig op een
buitenwand te monteren.
• Bevestig plug, schroef, spijker, enz. in de daarvoor bestemde
wand.
• Hang het basis-/ meetstation met de daarvoor bestemde
uitsparing (21) daaraan op.
33