nl
NEDERLANDS
1 Binnenzeskant-opname voor zeskant-
schroefinzetten*
2 Vergrendelingshuls*
3 Draairichtingsomschakelaar /
transportbeveiliging
4 Drukschakelaar
5 Handgreep (greepvlak)
6 LED-lampje
Voor het werken op slecht verlichte plaatsen.
Het LED-lampje brandt wanneer de machine
ingeschakeld is.
7 Stelknop voor de voorinstelling van het
toerental en aanhaalmoment
8 Accupack *
9 Toets voor ontgrendeling van het accupack
10 Toets voor de indicatie van de capaciteit *
11 Capaciteits- en signaalindicatie *
12 Riemhaak (aanbrengen zoals weergegeven) *
* afhankelijk van de uitvoering / het model
6. Inbedrijfstelling/instelling
Accupack uit de machine nemen, voordat
instel- of onderhoudswerkzaamheden uitge-
voerd worden. Verzeker u ervan dat de machine bij
het insteken van het accupack uitgeschakeld is.
6.1
Accupack
Het accupack (8) voor gebruik opladen.
Laad het accupack bij vermogensverlies weer op.
De optimale opslagtemperatuur ligt tussen 10°C en
30°C.
Li-ion-accupacks „Li-Power, LiHD" hebben een
capaciteits- en signaalindicatie (11):
- Druk op toets (10) en de laadtoestand wordt door
de LED-verlichting aangegeven.
- Wanneer een LED-lampje knippert, is het accu-
pack bijna leeg en moet het weer opgeladen
worden.
Uitnemen:
De toets voor de accupack-ontgrendeling (9)
indrukken en het accupack (8) er naar voren
uittrekken.
Inbrengen:
Accupack (8) erop schuiven tot het inklikt.
6.2
Draairichting, transportbeveiliging
(inschakelblokkering) instellen
Draairichtingschakelaar / transport-beveiliging
(3) alleen gebruiken wanneer de motor stil-
staat!
Draairichtingomschakelaar / transportbeveiliging
(3) bedienen.
R = rechtsloop ingesteld
(schroeven indraaien)
L = linksloop ingesteld
(schroeven uitdraaien)
0 = middenstand: transportbeveiliging (inscha-
kelblokkering) ingesteld
16
6.3
In- , uitschakelen
Inschakelen: drukschakelaar (4) indrukken.
Uitschakelen: drukschakelaar (4) loslaten.
6.4
Toerental / aanhaalmoment
Toerental en aanhaalmoment hebben een directe
samenhang. Hoe kleiner het toerental, des te lager
het aanhaalmoment.
Het aanhaalmoment wordt op 2 manieren
beïnvloed:
1) Bedrijfsmodus/gewenst aanhaalmoment via de
stelknop (7) instellen:
= max. aanhaalmoment (powermodus)
P
= instelbaar aanhaalmoment
. ..
= speciaal voor zelftappende schroeven: aan
het begin een hoog toerental (om te boren) en later
een langzaam toerental (voor het vastdraaien van
de schroef).
2) Aanhaalmoment traploos veranderen:
Bij iedere positie van de stelknop kunnen het
toerental en aanhaalmoment traploos worden
veranderd door de drukschakelaar (4) meer of
minder sterk in te drukken en zo aan de
werkomstandigheden worden aangepast.
Aanbeveling: bepaal de juiste instelling aan de
hand van een proefbevestiging.
6.5
Schroefinzet verwisselen bij SSD...
Schroefinzet plaatsen: vergrendelingshuls (2)
naar voren schuiven en de schroefinzet inbrengen
tot de aanslag. Vergrendelingshuls (2) loslaten.
Controleer of de schroefinzet stevig bevestigd
is door eraan te trekken.
Schroefinzet uitnemen: vergrendelingshuls (2)
naar voren schuiven en de schroefinzet uitnemen.
Alleen schroefinzetten gebruiken die
beschikken over deze invoereinden:
De gebruikte schroefinzet moet bij de schroef
passen.
Er mag geen beschadigde schroefinzet
worden gebruikt.
7. Gebruik
De machine recht op de schroef gericht houden.
Het schroeven bestaat uit 2 onderdelen: schroef
indraaien en
schroef vastzetten met behulp van de slagcon-
structie.
Het aanhaalmoment is afhankelijk van de slagduur.
9,5 mm (3/8")