L
STORINGEN
Probleem
Oorzaak
Stroomstoring?
Zit de stekker niet goed in het stopcon-
tact?
Is de luchtschakelaar uitgeschakeld of de
zekering doorgebrand?
Airconditioner werkt
niet
Is er een storing in het circuit?
Is de unit opnieuw opgestart nadat deze
plotseling is gestopt?
Is de spanning te laag?
Is het filter te vuil?
Koelt (verwarmt) niet
goed
Is de ingestelde temperatuur goed?
Zijn deuren en ramen gesloten?
Wordt de unit ernstig gestoord (bijvoor-
beeld door statische druk, spannings-
schommelingen)?
Bevindt de afstandsbediening zich binnen
het ontvangstbereik?
Airconditioner ont-
Wordt het signaal gestoord door obsta-
vangt geen signaal van
kels?
afstandsbediening of
afstandsbediening rea-
Reageert de afstandsbediening niet goed?
geert niet goed
Is er een tl-lamp in de ruimte?
Wordt de luchtinlaat of –uitlaat geblok-
keerd?
Staat de unit op verwarmen terwijl de
binnentemperatuur hoger is dan de inge-
stelde temperatuur?
Airconditioner blaast
geen lucht
Is de verwarming zojuist ingeschakeld?
Is de verdamper ontdooit? (Controleer dit
door het filter te verwijderen.)
Bevindt de unit zich in de automatische
De ingestelde tempe-
modus?
ratuur kan niet wor-
Ligt de gewenste temperatuur buiten het
den gewijzigd
instelbereik?
Oplossing
Wacht totdat er weer stroom is.
Steek de stekker goed in het stopcontact.
Laat de luchtschakelaar of zekering door
een vakman vervangen.
Laat het circuit door een vakman vervan-
gen.
Wacht 3 minuten en schakel vervolgens de
unit opnieuw in.
Wacht totdat de spanning is hersteld.
Maak het filter schoon.
Pas de temperatuur aan.
Sluit deuren en ramen.
Haal de stekker uit het stopcontact. Steek
na ongeveer 3 minuten de stekker in het
stopcontact en zet de unit aan.
Het ontvangstbereik van de afstandsbedie-
ning is 8 m. Overschrijd dit bereik niet.
Verwijder de obstakels.
Controleer de batterijen van de afstands-
bediening. Vervang de batterijen als de
spanning laag is.
Houd de afstandsbediening dichter bij de
airconditioner.
Schakel de tl-lamp uit en probeer het nog-
maals.
Verwijder de obstakels.
De binnenunit zorgt ervoor dat de ventila-
tor geen lucht blaast zodra de ingestelde
temperatuur wordt bereikt.
Om geen koude lucht in de ruimte te bla-
zen, wordt het blazen eerst enige tijd uit-
gesteld. Dit is een normaal verschijnsel.
Dit is een normaal verschijnsel. De air-
conditioner begint te ontdooien. Zodra
hij helemaal ontdooid is, werkt hij weer
normaal.
De temperatuur kan in de automatische
modus niet worden aangepast.
Instelbereik van de temperatuur: 16 ºC - 30
ºC.
1
137
137