• NETSNOER: Het netsnoer moet altijd bedrijfsklaar zijn en zodanig worden geleid dat niemand er
op kan gaan staan. Let er ook op dat het snoer niet bekneld raakt door voorwerpen die het kunnen
beschadigen. Als u stekkers en stekkerdozen gebruikt, let er dan op dat het snoer niet knikt op het
punt waarop het uit de contactdoos komt. Het netsnoer niet met vochtige handen vastpakken of
aansluiten.
• De voedingsstekker fungeert als uitschakelvoorziening en moet altijd vrij toegankelijk zijn.
• OVERBELASTING: Zorg ervoor dat stopcontacten, stekkerdozen en verlengingskabels niet te
zwaar worden belast wordt. Overbelasting kan leiden tot stroomschokken en brand.
• PLAATSING: Neem de montage-instructies in acht.
• Plaats het apparaat uitsluitend op een vaste ondergrond, niet op beweegbare onderstellen. Dit kan
leiden tot lichamelijk letsel.
• Gebruik uitsluitend de meegeleverde of door de fabrikant goedgekeurde, originele accessoires.
SCHADE DIE DOOR EEN VAKMAN MOET WORDEN HERSTELD:
Onderbreek bij de volgende beschadigingen onmiddellijk de stroomtoevoer naar het apparaat en laat
het door een vakman repareren:
• Bij zichtbare beschadigingen aan de netkabelkabel mag het apparaat niet meer gebruikt
worden. Een beschadigde kabel mag niet gerepareerd, maar moet compleet vervangen worden.
• Als de voedingsingang van het apparaat is beschadigd.
• Als vocht of water in het apparaat is gedrongen, of voorwerpen in het apparaat zijn gevallen.
• Als het apparaat is gevallen en de behuizing is beschadigd.
• Als het apparaat niet correct functioneert, ook wanneer u alle instructies in de
bedieningshandleiding in acht hebt genomen.
Er mogen alleen veranderingen aan het apparaat worden doorgevoerd die de fabrikant heeft
goedgekeurd.
Bij reparatie mogen uitsluitend originele onderdelen worden gebruikt.
Laat na reparatie van het apparaat een veiligheidscontrole uitvoeren, zodat u er zeker van bent dat
het correct en veilig functioneert.
Reparaties door leken kunnen leiden tot blootstelling aan gevaarlijke hoge spanning of andere
risico's. Laat reparaties daarom altijd door gekwalificeerde personen uitvoeren.
PLAATSING
Het door de subwoofer weergegeven frequentiebereik is voor het menselijke oor ruimtelijk niet
hoorbaar. Daarom is de plaatsing over het algemeen ongecompliceerd. Wij adviseren echter om
het apparaat voor de hoorplaats in de buurt van de frontluidspreker te plaatsen. Voorts adviseren
wij om er op te letten dat de afstand naar voorwerpen en muren zijdelings en naar achteren toe
tenminste 20 cm bedraagt. Hierdoor voorkomt u dat de basweergave negatief wordt beïnvloed.
DE BEDIENELEMENTEN VAN DE SUBWOOFER (AFB. 1)
Netaansluiting (11), Spanningsschakelaar (8)
Het betreft een subwoofer met ingebouwde versterker, daarom moet deze met de meegeleverde
kabel op het elektriciteitsnet worden aangesloten. De netspanning-keuzeschakelaar is in de fabriek
ingesteld op 230 V voor gebruik in Europa.
Belangrijk: als de subwoofer in de 120 V-stand wordt aangesloten op een 230 V-net, wordt
de ingebouwde versterker onherstelbaar verwoest!
17