–
De vriestijd kan verkort worden door het voedsel in kleine porties te verdelen.
–
Geschikte verpakkingsmaterialen voor gevroren voedsel zijn doorzichtig (d.w.z. niet gekleurt)
plastiek folie of zakken of aluminium folie. Het verpakkingsmateriaal moet goed gelucht en
gecontroleert worden voor luchtdichtheid voor het vriezen van het voedsel. Wij bevelen aan dat
men een label plaatst op ieder item in de vriezer met alle belangrijke informatie zoals soort van
voedsel, datum van invriezen en houdbaarheidsdatum.
–
Probeer nooit carbonaat houdende dranken, warm voedsel of welke vloeistof dan ook in flessen
in te vriezen.
–
Bevroren voedsel kan ontdooit worden in de koelkast. Op deze manier, is het voedsel langzaam
ontdooit en zal de smaak bewaart blijven. Bovendien, zal het bevroren voedsel helpen met het
behouden van de voorgenomen temperatuurlevel in de koelkast.
Houdbaarheidsdatum voor gevroren voedsel is aangegeven (in maanden) in de tabel hieronder.
Overschrijd deze opbergtijden niet.
Echter, observeer altijd de fabrikants ,gebruik bij datum, voor het gevroren voedsel.
–
In het gaval dat men de unit uitschakeld voor een langere periode (b.v. tijdens een
stroomstoring), moet men de deur niet openen; dit zal helpen met het handhaven van de laagst
mogelijke temperatuur in de vrieskast. Het product informatieblad achterin dit manuaal bevat
uitvoerige informatie voor de maximale veilige opbergtijd in het geval van een defect. Zelfs een
kleine verhoging in binnentemperatuur zal de opbergtijd van het voedsel verkorten.
Koelkast
–
Verschillende gedeeltes van de koelkast worden op een verschillende manier beinvloed door een
koelingseffect. Het warmste gedeelte is rond de deur in het bovenste gedeelte van de koelkast, het
koudste gedeelte is rond de achtermuur en in het onderste gedeelte van de koelkast.
–
Het voedsel moet daarom als volgt opgeborgen worden:
–
Op de hoofdplanken van de koelkast (van boven naar beneden): bakkerij items, kant en klare
maaltijden, melk producten, vlees, vis en cold-cuts/worstjes.
–
In het groenten compartiment: groenten, sla en fruit.
–
In de deur (van boven naar beneden): boter, kaas, eieren, tubes (b.v. mosterd), kleine flessen,
grote flessen, melk en vruchtensap tetra-pakken.
–
Om te beginnen, zet de temperatuurcontrole naar positie 3. Wanneer de koeling te hoog is,
verlaag het naar positie 1-2; wanneer dat onvoldoende is, verhoog het naar 4-5.
Wanneer men vorst waarneemt op de achtermuur, is het zeer goed mogelijk dat de deur te
lang open geweest is, dat warm voedsel in de koelkast geplaatst is, of dat de
temperatuurcontrole een te hoge stand heeft.
–
Vloeibaar of sterk ruikend voedsel, of voedsel wat gemakkelijk sterke geur absorbeert (b.v. kaas,
vis, boter), moeten apart, of in luchtdichte containers opgeborgen worden.
46