c) Weerstation
• Verwijder het deksel van het batterijvak (4) van de achterkant van het product.
• Plaats 2 AAA-batterijen met de juiste polariteit in het vak. Let daarbij op de aanduidingen in
het batterijvak. Het weerstation piept eenmaal en daarnaast worden eerst de softwareversie
en daarna alle beeldschermelementen eventjes getoond.
• Sluit het batterijvak.
Het weerstation kan ook door de meegeleverde netvoedingadapter van stroom
worden voorzien.
Steek daartoe eerst de holle stekker in de aansluiting voor de netvoedingadapter (10).
Steek daarna de netstekker in een in het huishouden gewoon stopcontact.
Ook als u al batterijen heeft geplaatst, wordt het weerstation toch van stroom voorzien:
de batterijen worden gespaard.
Verbind voordat u de batterijen vervangt de netvoedingadapter met de weerstation.
Doet u dat niet, dan worden alle instellingen gewist.
10. Positionering
a) Buitensensor
• Monteer de buitensensor zo dat deze zich de gehele dag in de
schaduw bevindt, bijv. aan een muur die op het noorden ligt. Direct
zonlicht en warmtestraling afkomstig van objecten vertekenen de
temperatuurmeting.
• Monteer de buitensensor in verticale stand.
• U kunt de buitensensor ook aan de meegeleverde schroef ophangen.
• U kunt de buitensensor ook met behulp van de meegeleverde
kabelbinder ophangen (zie afbeelding).
b) Weerstation
• Plaats het weerstation op een vlak, stabiel oppervlak.
• U kunt het weerstation ook aan de meegeleverde schroef ophangen.
69