Beginselen van het naaien
Steekkeuze
Steekbreedteknop (4)
Rechte steek en naaldstand
Steekbreedteknop (4)
5
2.5
0
38
NL / BE
Steeklengteknop S1-S2 (5)
Steekkeuzeknop (7)
A
Steekvenster (6)
Achteruitnaaihendel (8)
Steeklengteknop (5)
4
3
2
1
Voor de
rechte steek
steekkeuzeknop (7) draaien tot het
gewenste symbool "A". Naaldpositie van
links tot midden instelbaar door aan de
steekbreedteknop (4) te draaien.
De steeklengte kan met behulp van de
steeklengteknop (5) worden ingesteld.
Voor de
zigzagsteek
steekkeuzeknop (7) draaien tot het
gewenste symbool "B" in het
steekvenster (6) verschijnt.
De steeklengte en de steekbreedte
afhankelijk van het materiaal instellen.
Voor de andere
rij
aan de steekkeuzeknop draaien tot het
gewenste symbool. De steeklengte en
steekbreedte naar wens instellen. Om een
optimaal resultaat voor de siersteken G-K
van de bovenste rij te behalen, moet de
steeklengte tussen "0,3" en max. "0,5"
worden ingesteld.
Voor de steken in de tweede rij, aan de
steeklengteknop (5) draaien tot "S1", voor
de steken in de derde rij, aan de
steeklengteknop (5) draaien tot "S2", en
de steekkeuzeknop (7) draaien tot het
gewenste symbool. De steekbreedte naar
wens instellen.
Draai aan de steekkeuzeknop (7) zodat
de pijl op "A" (rechte-steekpositie) staat.
Algemene regel: Hoe dikker het materiaal,
des te dikker moet het garen en de naald,
0.5
en des te langer moet de steek zijn.
Kies uw naaldpositie, van naald links
naar naald rechts, door de
steekbreedteknop (4) te veranderen van
"0" tot "5".
aan de
aan de
steken uit de bovenste
S1