1. Montage van het zadel
Plaats het zadel met pen in de zadelbuis. Let op de veiligheidsmarkering op de pen. Zet
het zadel op de juiste hoogte van het kind. Het zadel is zo in te stellen dat minstens de
punt van de voet op de grond komt, bij voorkeur de hele voet de grond raakt om een
betere stand te garanderen. Bevestig het zadel en draai de zadelbout goed vast.
2. Montage stuur en stuurpen
Plaats het stuur (inclusief handremhendel en bel indien aanwezig) in de balhoofdbuis.
Let op de veiligheidsmarkering op de pen. Stel het stuur op de juiste hoogte in en draai
de stuurklem en/of bout op het stuur goed vast.
3. Montage van de pedalen
De pedalen zijn gemerkt met een R (rechts) en een L (links) op de indraaipunten. Of
met streepjes op het linkerpedaal. Dit betekent dat het met R gemerkte pedaal in de
rechtercrank (kettingkastzijde) wordt gedraaid en het met L of streepjes gemerkte pedaal
in de linkercrank. Belangrijk: controleer minimaal elke 3 maanden de bevestiging
van de pedalen. Deze kunnen door gebruik langzaam losraken, wat resulteert in
kapotte schroefdraad en/of het losraken van de pedalen.
4. De trapasmoer controleren
Bij sommige fietsen zit de linkercrank vast met een trapasmoer. Controleer altijd voor
gebruik of deze goed zit aangedraaid.
1.
Draai eerst de moer met de 6 kanten vast [A]. Draai dezemet de klok mee, rechtsom.
2.
Draai vervolgens de contramoer met 3 inkepingen [B] vast.
5. Montage zijwieltjes
Verwijder niet de binnen asmoer van het achterwiel. Plaats de steunwielarm op
de achteras tegen het borgplaatje welke reeds op de achteras is bevestigd, of met
2 schroeven op het extra plaatje op achterframe, indien aanwezig. Verzeker jezelf
ervan dat alles goed op de achteras vastzit. De snelbinder en beschermingsplaat
(indien van toepassing) moeten alleen op de achterwielas geschoven worden. Stel de
juiste hoogte in van de steunwielen en schroef dan de buitenste asmoer goed vast.
De steunwielen moeten ca. 6 mm. van de grond blijven. Steunwielen alleen gebruiken
als eerste leerhulp (voor behoud van het evenwicht). Het gebruik van steunwielen is
alleen in geval van een korte leerperiode geoorloofd, omdat bij veel gebruik door de
steunwielen oncontroleerbare kracht uitoefent op het frame.
6. Remmen
1x handrem voorwiel en terugtraprem op het achterwiel. Bij het terugtrappen treedt de remwerking in.