• Bevestiging
Elke sonde is met de externe universele zender verbonden via een platte
verbindingskabel (lengte 1 m 20) die bij de bevestiging goed gespannen
moet worden. De kabel heeft een aansluiter die dienst doet als
veiligheidsvoorziening waardoor de aansluitingen van de sondes op de
universele zender
gemakkelijk doorgevoerd
kunnen worden.
O
VERSTROMINGSSONDE
Grond.
Metalen plaat.
Schroef.
Plug.
Plint.
Muur.
Sonde.
Magneet.
De sonde kan, volgens de
klantenbehoeften, zowel
horizontaal als verticaal op
de grond geplaatst worden om een waterniveau van minstens 2 mm op
te sporen. De verticale positie vereenvoudigt een detectie van een hogere
waterstand (sonde hoger dan de grond geplaatst)
In elk geval dient u de bijgeleverde metalen plaat te bevestigen en de
sonde er tegen te plakken met behulp van de magneet.
1. Bepaal op de plint (verticale
bevestiging) of op de grond
(horizontale bevestiging) het
bevestigingspunt van de metalen
plaat in functie van de gekozen
detectiehoogte. Voor de verticaal
geplaatste sonde moet het
bevestigingsgaatje van de metalen
plaat zich bovenaan bevinden.
• Voor een detectie van een
waterniveau van 2 mm moet de onderkant van de plaat op 1 tot 2 cm
boven de grond geplaatst worden.
• Voor een detectie van een waterniveau hoger dan 2 mm moet de
metalen plaat op de gewenste hoogte geplaatst worden.
49
NL