NL
5. Aansluiting
OPGELET: ontkoppel de alkalibatterijen vóór het doorvoeren van de
aansluitingen.
De aansluitklemmen
De aansluitklemmen n° 1 en n° 2 hebben elk 3 klemmen.
5.1 Aansluiting van het vloercontact DIAG38APX
• Het beschermingsomhulsel aanbrengen
Schuif de kabel in het
beschermingsomhulsel (lengte
1m) totdat hij blokkeert.
• Aansluiting
1. Sluit de tweekleurige draden
(rood-groen) aan op de
aansluitklemmen 2 en 3
(aansluiting van het
vloercontact aan de detector).
2. Sluit de tweekleurige draden
(geel-zwart) aan op de
aansluitklemmen 1 en 2
(zelfbeveiliging tegen het doorsnijden).
Aansluitklem n°1 waarop de
sensoren op afstand kunnen
aangesloten worden.
Aansluitklem n° 2 waarop een technische
sonde kan aangesloten worden
NO/NF
COM
AP
44
Aansluitklem 1
Rood-groene
draden
Geel-zwarte
draden