4.2 Installatie
De installatie van de vaatwasser moet worden uitgevoerd door gekwalificeerd en deskundig personeel:
door het personeel van de fabrikant of door een geautoriseerde installateur, of door personeel met een
gelijkaardige kwalificatie.
Het gespecialiseerde personeel dat de installatie en de elektrische aansluiting uitvoert, moet de gebruiker
naar behoren instrueren over de bediening van het apparaat en de in acht te nemen
veiligheidsmaatregelen. De installateur moet de gebruiker ook praktisch laten zien hoe hij het apparaat
moet gebruiken en hem de schriftelijke instructies geven die bij het apparaat worden geleverd.
Installatie en aansluiting moeten gebeuren in overeenstemming met de geldende normen.
Voordat u de vaatwasser installeert en in gebruik neemt, moet u de instructies in deze handleiding en in het
bijzonder de veiligheidsnormen zorgvuldig lezen.
De vaatwasser is bedoeld voor professioneel gebruik. Het moet worden gebruikt door opgeleid personeel.
Voordat u de vaatwasser op het elektriciteitsnet aansluit, moet u ervoor zorgen dat de algemene
aanwijzingen en de gegevens die door de fabrikant zijn verstrekt, die op het typeplaatje staan, zorgvuldig
zijn overwogen tijdens de verschillende voorbereidingsfasen van de installatie.
Controleer daarnaast of:
- Alle verwijderbare onderdelen zijn correct geplaatst.
- Controleer of de vaatwasser perfect waterpas staat; Pas indien nodig de pootjes van de vaatwasser aan.
Hydraulische aansluiting
Voeding
Gebruik om het apparaat aan te sluiten alleen een schuifafsluiter die de stroomtoevoer onderbreekt in
geval van nood of reparatie. De minimale toevoerdruk, gemeten aan de wateraansluiting van het apparaat
op het moment van de laatste spoeling (dynamische druk), mag niet lager zijn dan 180 kPa (1,8 bar) en
hoger dan 400 kPa (4 bar), zelfs in de aanwezigheid van andere open kranen op dezelfde lijn. Om druk- of
belastingsverliezen te vermijden, wordt in ieder geval aanbevolen dat elk apparaat zijn eigen toevoerleiding
heeft, met een beperkte lengte en met voldoende doorsnede. Als de druk lager is dan het vereiste
minimum, moet een extra spoelpomp worden geïnstalleerd, die als optie verkrijgbaar is. Bij een statische
druk van meer dan 600 kPa (6 bar), stroomopwaarts van de toevoerleiding moet een drukregelaar worden
geïnstalleerd. Zorg ervoor dat de temperatuur van het aanvoerwater overeenkomt met de aanwijzingen in
de technische documentatie. Om een goed wasresultaat te verkrijgen, wordt aanbevolen dat het
voedingswater een hardheid heeft tussen 7 en 12 ° F.Als de waterhardheid hoger is dan 12 ° F, raden we
aan om een scaler te installeren. stroomopwaarts van de toevoermagneetklep gekalibreerd voor een
resthardheid van 5/7 ° F.
DE JUISTE WERKING VAN HET APPARAAT IS NAUW VERBONDEN AAN NALEVING
AANGEGEVEN WAARDEN.
Open de watertoevoerafsluiter voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Leegmaken
De afvoerslang moet worden aangesloten op een afvoer of een sifon. Zorg ervoor dat hetafvoerleidingen in
de kamer hebben geen vernauwingen en laten toe snelle waterstroom. De afvoerslang moet een
temperatuur van minimaal 70 ° C kunnen weerstaan.
Omdat het leegmaken van de tank gebeurt door de zwaartekracht, moet de afvoer zich op een lager niveau
bevinden dan de staart van de tank. Als het apparaat is uitgerust met een afvoerpomp, kan de afvoer aan
de muur worden geplaatst, maar de hoogte mag niet groter zijn dan de waarde van 1,2 meter.
Elektrische verbinding
EEN EFFICIËNTE AARDINGSINSTALLATIE IS EEN GARANTIE VOOR VEILIGHEID
VOOR DE BEDIENER EN VOOR HET APPARAAT.
DE FABRIKANT WIJST ELKE AANSPRAKELIJKHEID VOOR ENIGE SCHADE AF
VEROORZAAKT DOOR HET GEBREK AAN AARDING VAN DE INSTALLATIE.
NL