Sproeien; Ontledigen En Onderhoud - Gloria 172 RTG Mode D'emploi

NL

Sproeien

G Om een zo gelijkmatig mogelijke
sproeidruk en een lange sproeicyclus
te bereiken, moet de drukregelaar aan
het snelsluitventiel op de toegelaten
minimale druk (bijv. sproeier GH 49-
55 op 1,5 bar) worden ingesteld.
G Door neerdrukken van het bedie-
ningshefboompje aan het snel-
sluitventiel wordt het sproeien ge-
start. Onmiddellijke onderbreking
wordt door loslaten van de bedie-
ningshefboom bereikt.
G Wanneer de druk in de tank onder de
toelaatbare minimale druk daalt,
moet men iets bijpompen om een
gelijkmatige vloeistofversproeiing te
garanderen. De optimale sproeidruk
van de 1 mm holle-kegel-sproeier
ligt tussen 1,5 en 3,0 bar.
G Bij het sproeien op een gelijkmatige
bevochtiging van de objecten letten.
G Let op de windrichting. Niet tegen de
wind sproeien.
G Optimale afstand van de sproeier tot
het object bij het sproeien 40 - 50 cm.
G Bij gebruik van bijzondere sproeipij-
pen (Verlengpijp, breedsproeipijp,
enz.) moet aan de drukregelaar een
hogere druk worden ingesteld.
Zie hiervoor inlegvel 974 717** (Extra
toebehoren en sproeiertabel)
De onder „Sproeien" aangegeven
punten 1, 3 en 7 hebben niet op
apparaten zonder drukregelaar en
manometer aan het snelsluitven-
tiel betrekking! Bij deze appara-
ten moet met een tankdruk tussen
2 en 6 bar worden gewerkt. Om
ook bij deze apparaten een zo ge-
lijkmatig mogelijke sproeidruk te
krijgen en een lange sproeicy-
clus, kan het snelsluitventiel door
een snelsluitventiel met drukre-
duceerventiel en manometer wor-
den vervangen.
Ontledigen en
onderhoud
G Drukontlastingsklep - rode drukknop
- bedienen, tot het apparaat drukloos
is.
G De pomp wordt voorzichtig eerst en-
kele draadgangen door draaien naar
links losgedraaid, zodat evt. in de
tank achtergebleven perslucht kan
ontwijken. Dan pas de pomp geheel
uitschroeven en uit de tank verwijde-
ren.
36