Publicité
Les langues disponibles
Les langues disponibles
V. MOTORBEVEILIGING
• Controleren of spanning, voltage en zekeringen van het gebruikte elektriciteitsnetwerk overeenkomen met wat voorge-
schreven is op het identificatieplaatje op de compressor.
Compressor 230V.-50HZ, aan te sluiten op een geaard stopcontact binnen een straal van max. 10 m. afstand van de
compressor. Zekering 16 A. Differentieelbeveiliging vereist.
• De elektrische veiligheid van de compressor is niet verzekerd wanneer het toestel niet correct is aangesloten op het
elektriciteitsnetwerk. Het net moet volgens de plaatselijke normen zijn geaard. De fabrikant en/of invoerder kan niet
verantwoordelijk worden geacht voor eventuele te wijten aan een niet correct geaard elektriciteitsnet.
• De compressor is voorzien van een beveiliging ter bescherming van de motor. Dit systeem functioneert tegelijkertijd als
drukverschilschakelaar en als motorbeveiliging. Deze systemen worden ingeschakeld bij oververhitting van de motor
door storingen in de werking. In dit geval schakelt de motorbeveiliging automatisch in en wordt de stroomtoevoer on-
derbroken om beschadiging van de motor te voorkomen.Wij raden u aan om voldoende lang (min. enkele (5) minuten)
te wachten met het opnieuw manueel inschakelen van de beveiliging (onder de beschermkap en aangeduid met een
sticker) en het opnieuw opstarten van de compressor. Na het inschakelen van de beveiliging en het aanzetten van de
compressor moet u de compressor uitschakelen door het indrukken van de hoofdschakelaar (rode knop op de pres-
sostat/drukschakelaar) en de stroom uitschakelen. Vervolgens uw leverancier contacteren (zie ook hfdst. – Gebreken en
oplossingen).
VI. INSTALLATIE EN GEBRUIK
• Dit product dient te worden geaard.
In geval van kortsluiting vermindert dit
het risico op een elektrische schok
aanzienlijk. Raadpleeg desnoods een
elektricien voor een correcte aarding.
• De compressor controleren op defec-
ten of eventuele transportschade.
• Indien de luchtfilter apart is meegele-
verd, de luchfilter eerst monteren.
• Indien de afsluitdop van het oliere-
servoir apart is meegeleverd deze
eerst monteren en daarna het oliepeil
controleren. Desnoods olie bijvullen.
(zie fig.4)
MAXI
MAXI
MINI
MINI
• Controleren of het purgeerkraantje
onderaan de ketel is gesloten. (zie
fig. 3)
• Controleer bij elk gebruik of dagelijks
of de luchtfilter vrij is van (stof)deeltjes
of vuil.
• Wanneer u de compressor aansluit,
controleren of de rode drukknop op
de pressostat/drukschakelaar op
'OFF' staat (zie fig. 2)
fig.4
ON
• De pressostat of drukschakelaar dient
niet ingesteld te worden (is al voorin-
gesteld in fabriek).
• De ene manometer geeft de druk in
fig.3
uw ketel aan (zie hfdst. – onderdelen).
• De andere geeft de werkdruk aan
zoals u heeft ingesteld voor het te
gebruiken persluchttoestel. Gebruik
het toestel niet als de druk in de ketel
< vereiste werkdruk van het toestel.
• De werkdruk (aan de uitgang) regelt u
met behulp van de drukregelaar (zie
hoofdst. – onderdelen). Wij raden u
aan om na gebruik de waarde terug
op nul te brengen om te snelle slijtage
van het reduceerventiel te voorko-
men. (zie fig.5)
fig.2
OFF
• Controleren of de ketel zich vult met
lucht en als het vullen van de ketel
automatisch stopt wanneer de max.
druk wordt bereikt (zie desbetreffende
Nederlands
fig.5
Pag. 5
Publicité
