11. Oorzaken en valse alarmen
De rookmelder kan in werking worden gesteld door stoom, fijn stof,
condensatie en tabaksrook. Kleine insecten die in de behuizing van de
melder komen, kunnen ook een alarm veroorzaken.
Monteer de detector daarom uit de buurt van dergelijke valse alarm-
bronnen. Zie ook positie 6 »Installatieplaats en projectstudie«.
Procedure die moet worden gevolgd wanneer valse alarmen wor-
den vermoed:
- Druk op de testknop om het huidige alarm te annuleren.
Voor uw veiligheid moet u echter onmiddellijk:
- Controleren of er in de gehele woning een brandaard is.
- Controleren of er geen rookbronnen zijn.
Als valse alarmen te vaak voorkomen, overweeg dan een andere plaats
NL
voor de rookmelder.
45