6. GELIJKSTROOMZEKERING
(Zie Afb. 2 2 2 2 2 -t t t t t )
Gelijkstroomzekeringen schakelen de elektrische
stroom uit als de stroom een grens te boven gaat of
als er een storing optreedt in het aangesloten apparaat.
Controleer het apparaat op het afnemen van
buitensporige hoeveelheden stroom of op defecten.
Als u er zeker van bent dat alles in orde is, druk de
knop dan in tot de positie "AAN".
q SCHAKELAAR
w KNOP
Als de zekering meerdere malen achter
elkaar uitschakelt, de generator niet meer
gebruiken voordat de dealer de storing aan
NL
de generator en/of het apparaat heeft
verholpen.
Blijf van de knop van de zekering af als
deze actief is en blijf hem niet steeds in de
positie "AAN" drukken.
7. TREKSTARTER (Zie Afb. 2 2 2 2 2 -y y y y y )
Trek aan deze hendel om de generator te starten.
q HANDVAT TREKSTARTER
8. AANSLUITING AARDE (Zie Afb. 2 2 2 2 2 -u u u u u )
Aansluiting om de generator te aarden.
9. BRANDSTOFVULDOP (Zie Afb. 2 2 2 2 2 -i i i i i )
De brandstofvuldop zit onder het deksel.
Om het deksel te openen, tilt u het op terwijl u het
getande gedeelte ingedrukt achteruit duwt, zoals te
zien op de afbeelding.
Verwijder de brandstofvuldop door deze tegen de
richting van de klok in te draaien.
q BRANDSTOFVULDOP
w BRANDSTOFFILTER
e DEKSEL TANKDOP
10. ZIJPANEEL (L.R.) (Zie Afb. 2 2 2 2 2 -o o o o o )
Voor onderhoud aan de volgende onderdelen neemt
u de desbetreffende zijpaneel weg door de schroef te
verwijderen met een schroevendraaier of een munt.
Zijpaneel (L) ----- Luchtfilter, etc.
Zijpaneel (R) ----- Oliepeilstok, ontstekingsbobine,
6
e IN (AAN) " "
r UIT (AF) "
"
PAS OP
bougie, etc.
4. CONTROLES VÓÓR HET GEBRUIK
(Zie Afb. 3 3 3 3 3 )
1. CONTROLEER OLIEPEIL
(Zie Afb. 3 3 3 3 3 -q q q q q , w w w w w )
Zorg dat de generator op een vlakke en effen
ondergrond staat en de motor is afgezet voordat u het
oliepeil controleert of olie bijvult.
■ Verwijder de olievuldop en controleer het oliepeil
in de motor.
■ Vul, als het oliepeil onder de onderste peilstreep
staat, bij met geschikte olie (zie tabel) tot de
bovenste peilstreep. Schroef de olievuldop er niet
op als u het oliepeil controleert.
■ Ververs de olie als deze vervuild is.
(Zie het hoofdstuk Onderhoud.)
Oliecapaciteit ............. 0,4 liter
Aanbevolen motorolie:
Gebruik 4-takt motorolie API SE of hoger (SG, SH of
SJ wordt aanbevolen). SAE 10W-30 of 10W-40 wordt
aanbevolen voor algemeen gebruik bij elke
temperatuur. Kies, als er singlegrade olie wordt
gebruikt, de juiste viscositeit voor de gemiddelde
temperatuur in uw omgeving.
5W
10W
Singlegrade
Multigrade
Gebruiksomgeving
temperatuur
2. CONTROLEER MOTORBRANDSTOF
(Zie Afb. 2 2 2 2 2 -i i i i i , 3 3 3 3 3 -e e e e e )
WAARSCHUWING
Niet bijvullen terwijl u rookt of in de buurt van
open vuur of andere mogelijke brandhaarden.
Anders kunt u brandwonden oplopen.
■ Als het brandstofpeil laag is, vul dan bij met
ongelode autobenzine.
■ Het brandstofpeil mag nooit boven de RODE markering
bij de inlaatpoort komen. (Zie Afb. 3 3 3 3 3 -e e e e e -q)
q RODE MARKERING
■ Zorg dat u het brandstoffilter gebruikt op de
brandstoffilterhals.
q BRANDSTOFVULDOP
w BRANDSTOFFILTER
e DEKSEL TANKDOP
Capaciteit brandstoftank ........................ 3,5 liter
■ Als u de generator de eerste keer gebruikt of als
deze gestopt is omdat de brandstof op was, trek
dan verscheidene keren aan de trekstarter
nadat u de brandstof hebt bijgevuld tot aan de
RODE markering aan de inlaatpoort van de
brandstoftank.
20W
#20
#30
#40
10W-30
10W-40