3 Reinig de bougie en controleer of de elektrodeafstand
correct is, of plaats een nieuwe bougie met de juiste
elektrodeafstand.
4 Prepareer de apparatuur voor gebruik.
5 Vul de tank met het desbetreffende mengsel van brand-
stof en olie. Zie de paragraaf „Brandstof en olie".
Transport
Om de machine te vervoeren, leeg de benzinetank zoals
beschreven in hoofdstuk 8: Brandstof aftappen. Verwijder
grof vuil van de apparatuur met een borstel of een hand-
borstel.
13. Probleemoplossingen
De onderstaande tabel bevat een lijst van de probleemsymptomen en legt uit wat u kunt doen om het probleem op te lossen
als uw apparatuur niet goed werkt. Als het probleem zich blijft voordoen na de lijst doorgewerkt te hebben, neem dan con-
tact op met de dichtstbijzijnde servicewerkplaats.
Belangrijke tip in geval van het verzenden van de apparatuur naar een servicebedrijf:
Om veiligheidsredenen dient u ervoor te zorgen dat de apparatuur zonder olie en benzine wordt verzonden!
Storing
Mogelijke oorzaak
Het apparaat start niet.
• Luchtfilter is vervuild.
• Brandstoffilter is verstopt.
• Gebrek aan brandstoftoevoer.
• Storing in de brandstofleiding.
• Startinrichting is defect.
• Motor is plotseling tot stilstand gekomen
• De bougiedop is niet bevestigd.
• De bougie vonkt niet.
• Motor defect.
• Carburateur defect.
De motor start maar stopt
• Verkeerde afstelling van de carburateur
daarna.
De motor start maar het
• Maaimechanisme is geblokkeerd.
maaimechanisme stopt.
• Intern defect (aandrijfas, tandwielbak).
• Koppeling defect.
De motor loopt onregel-
• Carburateur verkeerd afgesteld.
matig (sputtert).
• Bougie zit vol roet.
• Aan/uit knop defect.
Er wordt rook geprodu-
• Verkeerd brandstofmengsel.
ceerd.
• De carburateur is verkeerd afgesteld.
Het apparaat werkt niet op
• Het apparaat is overbelast.
volle kracht.
• Luchtfilter vervuild.
• De carburateur is verkeerd afgesteld.
• De geluiddemper is geblokkeerd.
De grastrimmer werkt niet
• Draad te kort of beschadigd.
op volle toeren.
• Het apparaat is overbelast daar het gras
Draad wordt niet aange-
• De spoel is leeg.
voerd.
50
NL
(stationair toerental).
te hoog is.
12. Afvoer en recycling
Het apparaat wordt geleverd in een verpakking om te
voorkomen dat deze beschadigd tijdens het transport. De
grondstoffen in deze verpakking kunnen worden herge-
bruikt of gerecycled. Apparatuur en toebehoren zijn ge-
maakt van diverse materialen, zoals metaal en kunststof.
Defecte onderdelen moeten worden afgevoerd als speci-
aal afval. Vraag uw dealer of uw gemeente.
Oplossing
• Reinig/vervang het luchtfilter.
• Reinig of vervang het brandstoffilter.
• Voeg brandstof toe.
• Controleer de benzineslang op knikken en
schade.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Verwijder de bougie, reinig en droog deze; trek
dan meerdere keren aan het startkoord; bevestig
de bougie.
• Controleer de correcte positieve van de bou-
giedop.
• Maak de bougie schoon of vervang deze, indien
van toepassing.
• Controleer de bougiekabel op schade.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Zet de motor uit en verwijder het blokkerende
object.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Maak de bougie schoon of vervang deze.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Gebruik een tweetaktmengsel in de verhouding
40:1.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Forceer niet tijdens het maaien/trimmen.
• Maak het luchtfilter schoon of vervang deze.
• Neem contact op met de servicewerkplaats.
• Controleer de uitlaat.
• Geef meer draadlengte of vervang deze.
• Maait het gras in meerdere etappes.
• Vervang de spoel.