AS-4080
| NEDERLANDS
B.3 Berekeningstabel voor de bepaling van
de minimumopening van uw venster
1. Ontdek de luchtafvoerprestatie van uw luchtafvoerap-
paraat in m
/u. Deze vindt u op het kentekenplaatje
3
of in de handleiding van uw luchtafvoerapparaat (bv.
dampkap).
2. Meet de binnenste breedte en hoogte van het venster en
bereken de venstergrootte in m
(breedte x hoogte = m
venstergrootte
3. Bepaal aan de hand van de tabellen voor de luchtafvoer-
prestatie en de venstergrootte de openingsmaat van de
spleet (minimum spleetopening van uw venster).
4. Meet in kantelstand de binnenste vensterspleetgrootte
bovenaan in cm! De spleetgrootte van uw venster
mag de vastgestelde openingsmaat van de spleet niet
overschrijden! Een grotere spleet- of vensteropening
biedt voordeel.
5. Indien de spleetgrootte van het venster onder de
toegelaten waarde voor de spleetopening volgens de
tabellen blijft, kan het venster eventueel enkel in de
draaistand de vereiste openingsmaat bereiken. Ook in
de draaistand moet er een minimale spleetopening be-
reikt worden. De contactpunten van het venster moeten
zo aangebracht zijn dat de minimale spleetgrootte ver-
zekerd is. Wij raden aan om de minimum spleetgrootte
vast te zetten met behulp van een spanner.
.
2
; bv. 0,8 m x 1,0 m = 0,8 m
) =
2
2
C. Montage magneetschakelaar (afb. 3)
C.1
Opgelet!
Om een ongewenste activering van de luchtafvoerkap te
vermijden, mag deze luchtafvoerregelaar enkel gemonteerd
worden aan vensters die alleen kantelen of alleen draaien.
Een montage aan vensters die zowel kantelen als draaien is
niet toegelaten.
Als er alleen kantel-draaivensters beschikbaar zijn, moet er
beslist worden of de luchtafvoerregelaar geactiveerd moet
worden bij kantel- of draaistand.
Als u ervoor kiest dat de luchtafvoerregelaar in kantel-
stand moet geactiveerd worden, moet er door middel van
mechanische vergrendeling voor gezorgd worden dat het
venster niet in draaistand geopend kan worden. Als u voor de
draaistand kiest, mag het venster niet in kantelstand kunnen
geopend worden.
Venster in kantelstand:
De sensor wordt gemonteerd op de greepzijde van het
venster.
Venster in draaistand:
De sensor wordt gemonteerd op de bovenste of onderste
zijde van het venster.
Montagepunten:
• Sensor en magneet moeten zo gemonteerd worden
dat de afstand tussen beide behuizingsgedeelten bij
gesloten venster kleiner is dan 6mm (afb. 5).
• Voor de aanpassing hieraan moet het gereedschap
(U) worden gebruikt. Wij raden aan om voor de eerste
34