2. Duw de ventilator bladen op de motoras door het gelijktrekken van de sleuven
aan de onderkant van de ventilatorbladen op de pin van de schacht. Draai de
ventilatorbladen vast met de ventilator bladden vastzetter. Dit slot moet tegen de
klok in worden vast gezet. Controleer of de ventilatorbladen vrij draaien door ze
enigszins te draaien.
3. Op de beveiligingsclip en draai de schroef aan de onderkant van de voorste be-
schermkap los. Plaats de voorste bescherming aan de bovenzijde van de achter-
hoede. Druk op de voorste bescherming naar de achterhoede en sluit het beveili-
gingsclip. Draai de schroef vast.
Functions
Aan/Uit
Het apparaat start op lage snelheid. Het symbool I en
Door op deze knop te drukken kunt u de ventilatie snelheid bepalen:
∙ Niveau II – medium
∙ Niveau III – snel
het apparaat draait continu.
De tijd instellen vanaf 1 – 7 uur.
Nadat de tijd op is, wordt het apparaat uitgeschakeld.
Oscillatie
Functie-modus
Ononderbroken ventilatie
Interval ventilatie
Deze instelling moet de natuurlijke wind voorstellen. De verschillende
wind stromen herhalen zich om de 60 seconden, zolang de ingestelde
tijd opraakt.
Level I: lage luchtstroom
Level II: medium luchtstroom
Level III: hoge luchtstroom
Slapende modus
De draaihoek kan worden aangepast.
schijnen.
29