V
ENTILATORSNELHEID EN LUCHTSTROOMRICHTING INSTELLEN
Druk op
om de ventilatorsnelheid te selecteren.
Als u de knop indrukt, wijzigt de ventilatorsnelheid in de
volgende volgorde:
(AUTO)
(Laag)
• Wanneer de binnenunit wordt ingesteld op AUTO, zijn twee korte
pieptonen te horen.
• Gebruik de
(Superhoog) toets om de ruimte meer te koelen/war-
men.
• Gebruik de stand
(Laag) indien het geluid van de airconditioner u uit
de slaap houdt.
Druk op
om de luchtstroomrichting te selecteren.
Als u de knop indrukt, wijzigt de luchtstroomrichting in
de volgende volgorde:
(AUTO)
(1)
(2)
• Wanneer de binnenunit wordt ingesteld op AUTO, zijn twee korte
pieptonen te horen.
Druk op
om de horizontale luchtstroomricht-
ing te selecteren. Als u de knop indrukt, wijzigt de
luchtstroomrichting in de volgende volgorde:
(Medium)
(Hoog) (Superhoog)
(3)
(4)
(5)
(SWING)
(SWING)
Verticale luchtstroomrichting
(AUTO)
De schoep wordt ingesteld op de meest effi ciënte luchtstroomrichting.
COOL/DRY: horizontale stand. HEAT: neerwaartse stand.
(Manuel)
Selecteer de bovenste stand voor COOL/DRY en de onderste stand
voor HEAT voor een efficiënt gebruik van de airconditioner. In de stand
COOL/DRY verplaatst de schoep zich, wanneer deze in stand (4) of
(5) is gezet, na 1 uur automatisch naar de horizontale stand om te
voorkomen dat er water gaat druppelen.
(Swing)
De schoep beweegt met tussenpozen omhoog en omlaag.
Du-6