nederlands
• Voeg altijd met mate hout bij.
• Vermijd smeulend vuur, omdat dit het meest vervuilend is.
• Het vuur is het beste als het goed brandt en de rook uit de
schoorsteen nauwelijks zichtbaar is.
4.13 Waarschuwing voor oververhitting
Stook de kachel nooit te heet!
Oververhitting treedt op als de kachel te veel hout bevat en/of de
luchtklep te ver openstaat, zodat er te veel hitte wordt ontwikkeld.
Een duidelijk teken van oververhitting is dat kachelonderdelen
rood gloeien. In dat geval moet u de luchtopening direct
verkleinen.
Vraag om deskundig advies als u vermoedt, dat de schoorsteen
niet naar behoren trekt (te veel of te weinig trek). (Zie «4.7
Installatie» (Schoorsteen en kachelpijp) voor meer informatie).
5.0 Dagelijks gebruik
Geur bij eerste gebruik van de kachel!
Als de kachel voor de eerste keer wordt gebruikt, kan een
irriterend gas vrijkomen dat onaangenaam kan ruiken. Dit gas
is afkomstig van de verf aan de buitenkant die opdroogt. Het
gas is niet giftig, maar u dient enkele ramen open te zetten om
ervoor te zorgen dat de ruimte voldoende wordt geventileerd.
Stook het vuur flink op totdat al het gas is verdwenen en er geen
rookgeuren meer waarneembaar zijn!
5.1 Bediening
Stookadvies
NB: houtblokken die buitenshuis of in een koude ruimte worden
bewaard, moeten 24 uur voor gebruik naar binnen worden
gehaald om op kamertemperatuur te komen.
Er zijn verschillende manieren om de kachel te stoken, maar het
is belangrijk dat u altijd voorzichtig bent met het materiaal dat
u in de kachel stopt. Zie het hoofdstuk "Houtkwaliteit".
Houtkwaliteit
De blokken moeten goed worden gedroogd, zodat er niet meer
dan 20% vocht in zit.
Hiervoor moeten de blokken uiterlijk aan het einde van de
winter worden gehakt. De blokken moeten worden gekloofd
en dusdanig worden gestapeld dat er voldoende ventilatie is.
De houtstapels moeten worden afgedekt om de blokken tegen
regen te beschermen. De blokken moeten begin herfst naar
binnen worden gehaald en worden gestapeld/opgeslagen voor
gebruik in de komende winter
Let er goed op dat u de volgende materialen nooit als brandstof
voor uw kachel gebruikt:
•
Huishoudelijk afval, plastic tassen, enz.
•
Geverfd of geïmpregneerd hout (dat is uiterst giftig).
•
Gelamineerde houten planken.
•
Drijfhout
Deze kunnen schade toebrengen aan de kachel en zijn bovendien
vervuilend
38
NB: gebruik nooit benzine, paraffine, methylalcohol of dergelijke
vloeistoffen om het vuur aan te steken. Dit kan leiden tot ernstig
persoonlijk letsel en schade aan het product.
Houtverbruik
Houtverbruik, bij nominale warmteafgifte: ca. 2,3 kg/u.
De blokken moeten het volgende formaat hebben:
Aanmaakhout (fijngehakt hout):
Lengte: 20 - 30 cm
Diameter: 2 - 5 cm
Hoeveelheid aanmaakhout: 6-8 blokken.
Hout (gekloofd hout):
Aanbevolen lengte: 30 - 50 cm
Diameter: ca. 8 cm
Stookfrequentie: ongeveer elke 45 minuten
Grootte vuur: 1,7 kg (nominaal vermogen)
Benodigd aantal per keer: 2.
Het nominale vermogen wordt bereikt als de luchtopening
ongeveer 50% geopend is.
5.2 As verwijderen
Verwijder de as niet voordat de haard koud is.
5.3 Stoken in het voorjaar en najaar
In de overgangsperiode van het voorjaar/najaar waar men niet
zo'n grote behoefte aan warmte heeft, is het aanbevolen om een
enkele keer een „top down" verbranding uit te voeren.
5.4Werking tijdens verschillende
Weeromstandigheden
De invloed van de wind op de schoorsteen kan een grote invloed
hebben op hoe de kachel onder verschillende windinvloeden
reageert en het kan daarom noodzakelijk zijn om de luchttoevoer
in te stellen om een goede verbranding te krijgen. Het kan een
goed idee zijn om een klep in het rookkanaal te monteren om op
die manier de schoorsteentrek onder wisselende windinvloeden
te kunnen regelen.
Mist en nevel kunnen ook een grote invloed op de schoorsteentrek
hebben en het kan daarom noodzakelijk zijn andere instellingen
van de verbrandingslucht te gebruiken om een goede verbranding
te bereiken.te bereiken.