Ingebruikname
Satelliet
Selecteer met de satelliet waarvoor u de instellingen wilt wijzi-
SATELLIET
gen. Bevestig met O K om naar het volgende submenu te gaan.
BEWERKEN
Indien gewenst drukt u op de gele toets
liet te bewerken.
LENGTE
GRAAD
RICHTING
LENGTE
HOEK
BAND
ANDERE
NAAM
TOEVOEGEN
Druk op de rode toets
zelfde instellingsmogelijkheden als onder BEWERKEN.
VERWIJDEREN
Kies in de lijst de satelliet die u wilt verwijderen en druk op de groe-
ne toets
TRANSPON
Selecteer de transponder waarvan u de instellingen wilt wijzigen of
DER
waarvoor automatisch zoeken moet worden gestart.
BEWERKEN
Indien gewenst drukt u op de gele toets om de gekozen transpon-
der te bewerken.
FREQUEN
TIE
SYMBOL
POLARI
SATIE
36
Instelling
Druk op de toets R E T U R N om terug naar de SATEL
LIETINSTELLINGEN te gaan.
Met de pijltoetsen kiest u de omlooppositie
WEST of OOST.
Met de cijfertoetsen voert u het aantal graden in.
Kies de gewenste frequentieband KU of C.
Druk op de rode toets om de naam van de satelliet te
wijzigen. Selecteer met de pijltoetsen het gewenste
symbool. Sla de nieuwe naam op met de toets O K .
43
om een nieuwe satelliet aan te maken. De-
43
. Bevestig de controlevraag met JA.
Voer met de cijfertoetsen een frequentie in.
Voer met de cijfertoetsen de baudsnelheid in.
Kies met het polarisatievlak.
43
om de gekozen satel-