De veiligheidsafstand naar boven bedraagt 1.300 mm, gemeten vanaf het steenoppervlak. Als de afmetingen niet
voldoende zijn,
moet u op het plafond een beschermende plaat met een luchtsleuf van 30 mm plaatsen.
Als het rookkanaal een niet-geïsoleerde verbindingspijp of een gebogen pijp bevat boven de kachel, bedraagt de
veiligheidsafstand 400 mm aan de zijkanten en 400 mm naar boven, gemeten vanaf het horizontale oppervlak.
Bij kachels met een waterreservoir bedraagt de veiligheidsafstand tot het reservoir 150 mm vanaf brandbare materialen
(tabel 1).
2.6.2. De veiligheidsafstanden verkleinen:
Er zijn beschermwanden en beschermende onderplaten van Helo verkrijgbaar. Het geïsoleerde deel van het rookkanaal
moet tot
aan de beschermwand komen. In dat geval is geen verdere bescherming nodig (afbeelding 7).
Als de vloer vóór de kachel brandbaar is, moet deze worden beschermd met een metalen plaat van 1 mm dik
(vonkbeschermingsplaat) over een afstand van 400 mm naar de voorkant en 100 mm naar de zijkanten, gemeten vanaf
de kacheldeur.
Als de kachel in een hoek is geïnstalleerd, met een stenen muur of een schouw achter de kachel en aan een van de
zijkanten,
bedraagt de veiligheidsafstand 50-100 mm aan de zijkant en 50 mm aan de achterkant. Als er aan beide zijden en aan de
achterkant een stenen muur of een schouw is, raden wij een veiligheidsafstand van 100 mm naar beide zijden aan zodat er
voldoende luchtdoorstroming mogelijk is. Aan de achterkant is de eerder genoemde 50 mm voldoende.
In een sauna moet het rookkanaal altijd tot 400 mm onder het plafond geïsoleerd zijn (afbeelding 6).
Voor rookkanalen zijn de veiligheidsafstanden tot brandbare materialen productafhankelijk. Raadpleeg de instructies van de
fabrikant. Bij twijfel kunt u de plaatselijke brandweer raadplegen.
2.7. De kachel aansluiten aan een rookkanaal
U kunt de Helo-kachel vanaf de achterkant of de bovenkant op het rookkanaal (gemetselde schoorsteen) aansluiten. Let bij de
aansluiting op een gemetselde schoorsteen op de veiligheidsafstanden en bescherming in paragraaf 2.6 en de metselinstructies
voor gemetselde schoorstenen.
2.7.1. Aansluiting aan de achterkant
Maak een gat in de gemetselde schoorsteen dat 2-3 cm groter is dan de aansluitpijp.
Verwijder met een schroevendraaier of het uiteinde van een ijzerzaag de afdekplaat van het ronde gat aan de achterkant van de
behuizing van de kachel. Bevestig de plaat in plaats daarvan om het gat voor aansluiting aan de bovenkant af te dekken. Plaats de
meegeleverde aansluitpijp in de opening van het rookkanaal aan de achterkant van de kachel. Duw de kachel op zijn plaats. Zorg
ervoor dat de aansluitpijp goed in de opening bij de schoorsteen zit. Dicht de lege ruimte tussen de aansluitpijp en de
schoorsteen
af met een flexibel, vuurvast materiaal, zoals minerale wol.
U voltooit de aansluiting met een Helo-afdekplaat, verkrijgbaar bij de bouwmarkt. Bevestig de afdekplaat aan de schoorsteen met
metalen bevestigingen of brandvaste kit (afbeelding 4).
2.7.2. Aansluiting aan de bovenkant
Installeer de eigen aansluitpijp van de kachel aan de bovenste rookgasopening boven op de kachel, met het kortste deel in de kachel.
Maak een gat in de gemetselde schoorsteen dat 2-3 cm groter is dan de aansluitpijp.
U maakt de aansluiting aan de bovenkant met een gebogen pijp, die zo kan worden gedraaid dat hij in de schoorsteen past.
Gebogen pijpen zijn verkrijgbaar bij de bouwmarkt. U kunt een gebogen pijp verlengen als dat nodig is. Installeer de eigen
aansluitpijp van de kachel aan de bovenste rookgasopening en installeer de gebogen pijp boven aan de aansluitpijp. Pas de
lengte van de gebogen pijp en het eventuele verlengstuk aan met een zaag. Zorg ervoor dat de pijp diep genoeg in de
schoorsteen zit (niet te ver, de schoorsteen kan geblokkeerd raken).
Dicht de lege ruimte tussen de pijp en de gemetselde schoorsteen af met een flexibel, vuurvast materiaal, zoals minerale wol. U
voltooit de aansluiting met een Helo-afdekplaat, verkrijgbaar bij de bouwmarkt. Bevestig de afdekplaat aan het rookkanaal met
metalen bevestigingen of vuurvaste kit (afbeelding 5).
2.8. Aansluiting op een kant-en-klaar rookkanaal van Helo
U kunt de kachel vanaf de bovenkant op een kant-en-klaar rookkanaal van Helo aansluiten.
Selecteer het juiste kant-en-klare rookkanaal aan de hand van het model kachel, de hoogte van het rookkanaal, de externe
omstandigheden, temperatuurklasse T 600 enz. Voor de beste prestaties raden wij altijd aan om een smoorklep te installeren.
•
Installeer de eigen aansluitpijp van de kachel aan de bovenste rookgasopening boven op de kachel, met het kortste deel in de
kachel.
•
Installeer boven aan de aansluitpijp een niet-geïsoleerde verbindingspijp en een verlengstuk, indien nodig. Pas de lengte van de
verbindingspijp en het eventuele verlengstuk aan met een zaag.
•
Installeer de smoorklep tussen het niet-geïsoleerde en het geïsoleerde deel, of in de eerste geïsoleerde rookkanaalmodule.
•
Breng boven de smoorklep nog meer geïsoleerde modules aan. Onder het plafond moet ten minste 400 mm geïsoleerd rookkanaal
zitten. Volg de installatie- en gebruikersinstructies voor kant-en-klare rookkanalen (afbeelding 6).
Houd de bovengenoemde veiligheidsafstanden tot brandbare en niet-brandbare materialen aan.
Helo Oy is niet aansprakelijk voor de geschiktheid of prestaties van kant-en-klare rookkanalen van andere fabrikanten in
combinatie met een Helo-kachel. Helo Oy is niet aansprakelijk voor de kwaliteit van kant-en-klare rookkanalen van andere
fabrikanten. De temperatuurklasse van het rookkanaal moet T 600 zijn.
6