worden onderbroken. De spanning moet overeenstemmen met
de technische gegevens van het apparaat. Gebruik alleen re-
glementaire verlengsnoeren, waarvan de technische gegevens
overeenstemmen met die van het apparaat.
Dompel het apparaat, het netsnoer en de stekker nooit onder in
■
water of andere vloeistoffen en zorg ervoor dat deze niet in het
water kunnen vallen of nat kunnen worden.
Als het apparaat in het water valt, onderbreek dan onmiddellijk
■
de stroomtoevoer. Probeer niet het apparaat uit het water te trek-
ken terwijl het aangesloten is op het elektriciteitsnet!
Raak het apparaat, het netsnoer en de stekker nooit aan met
■
vochtige handen al deze componenten aan het elektriciteitsnet
zijn aangesloten.
Schakel het apparaat uit en trek de stekker uit het stopcontact,
■
– als u het apparaat niet gebruikt,
– als er tijdens het gebruik een fout optreedt,
– voor een onweer,
– vooraleer u water in het waterreservoir giet of het reservoir
leeg maakt;
– voordat u het apparaat reinigt en/of wegbergt.
Trek steeds aan de stekker en nooit aan het netsnoer.
■
Gebruik het apparaat alleen in gesloten ruimten.
■
Gebruik het apparaat niet in ruimten, waarin zich licht ontvlam-
■
baar stof of giftige en ook explosieve dampen bevinden.
Gebruik het apparaat niet in een zeer vochtige omgeving of in de
■
buurt van brandbaar materiaal.
Kijk in het belang van uw eigen veiligheid het apparaat voor elk ge-
■
bruik na op beschadigingen. Gebruik het alleen, als het apparaat,
het netsnoer en de stekker geen schade vertonen!
Laat het apparaat nooit onbewaakt achter als het is ingescha-
■
keld of aangesloten op het elektriciteitsnet.
Breng geen veranderingen aan het apparaat aan. Vervang ook
■
het netsnoer niet zelf. Zorg ervoor dat u reparaties aan het appa-
raat, de kabel en de stekker uitsluitend in een gespecialiseerde
werkplaats laat uitvoeren. Contacteer eventueel de klantenser-
vice. Door verkeerde reparaties kunnen aanzienlijke risico's ont-
staan voor de gebruiker.
31
NL