Bedieningspaneel en display
Het bedieningspaneel en display op de deur bestaat uit een aanrakingspaneel.
Door een toetsenveld aan te raken wordt de betreffende functie ingeschakeld.
1
Toets „options"
Om speciale functies te kiezen. Toets net zo
vaak indrukken tot de gewenste functie met een
pijl gemarkeerd is (zie hoofdstuk „Speciale
functies").
2
Toets super
De toets wordt gebruikt om de functies
Superkoelen (koelcompartiment) of
Supervriezen (diepvriescompartiment) in te
schakelen (zie het hoofdstuk Superkoelen of
Supervriezen).
3
Toets „select"
Om instellingen in de verschillende
temperatuurzones (diepvriesruimte, koelruimte)
te kunnen uitvoeren. Toets net zo vaak
indrukken tot de gewenste zone met een pijl
gemarkeerd is.
4
Indicatie diepvriesruimte
Toont de actuele temperatuurinstelling voor
de diepvriesruimte.
5
Indicatie tijd
Toont de actuele tijd of het tijdsverloop wanneer
een speciale functie van de timer is geactiveerd.
6
Indicatie Speciale functies
Geeft de beschikbare speciale functies aan (zie
hoofdstuk „Speciale functies").
7
Indicatie koelruimte
Toont de actuele temperatuurinstelling voor
de koelruimte.
8
Insteltoetsen +/–
De toetsen dienen voor
Het instellen van de temperaturen voor de
■
verschillende koelzones.
In- en uitschakelen van de speciale functies.
■
Wijzigen van de tijdinstelling van de speciale
■
functie „timer".
9
Toets „alarm/lock"
De toets dient voor
Het alarmsignaal uit te schakelen (zie het
■
hoofdstuk Alarmfunctie).
De toetsenblokkering in en uit te schakelen.
■
Om de toetsenblokkering in en uit te schakelen:
toets 5 seconden indrukken. Bij ingeschakelde
functie brandt op het display „lock".
Uitzondering bij de toetsblokkering:
Bij een alarmsignaal kan de „alarm/lock"-toets
worden ingedrukt.
10
Aan-/Uittoets verlichting ijs- en
waterdispenser
11
Toets ijsdispenser
12
Dispensertoets crushed ice
13
Dispensertoets water
nl
105