handleiding. Een schoorsteen met een grotere diameter is toegestaan, met
een maximale diameter van 150 mm, mits deze voldoet aan de opgegeven
schoorsteen trek.
5.
Raadpleeg, voor het plaatsen van een smoorklep in het schoorsteenkanaal
de plaatselijke / nationale regels, voorschriften, verordeningen en normen
of dit is toegestaan.
6.
Er mag geen elektrisch bedrading door de schoorsteen of nabij de schoor-
steen zijn / worden geïnstalleerd.
7.
De schoorsteen moet rookdicht worden opgeleverd.
8.
De schoorsteen moet verticaal worden geïnstalleerd en wel zo, dat er geen
blokkades van de rookgassen kan optreden. Indien een gedeelte van de
schoorsteen toch horizontaal moet worden geïnstalleerd, mag de lengte
van het horizontale gedeelte maximaal 2 meter zijn en moet het horizon-
tale gedeelte een stijging hebben, in de afvoerrichting van de rookgassen
van minimaal 5°. Zie tabel 1.
9.
Het wordt ten zeerste afgeraden om een horizontaal deel in het rookkanaal
te voorzien. Let op: Er kunnen lokale en nationale regels van kracht zijn die
het gebruik van een (gedeeltelijke) horizontale afvoer verbieden. Volg deze
lokale en nationale regels te allen tijde op. Voor een overzicht van het aan-
tal bochten en T-stukken de hoogte van de schoorsteen en de te gebruiken
binnendiameter van de buizen van het rookkanaal, zie tabel 1.
10.
Er wordt aanbevolen om een T-stuk met aan de onderzijde een inspectieluik
te monteren direct op het aansluitkanaal van de kachel. Indien er aan het aan-
sluitkanaal van de kachel een horizontaal gedeelte wordt gemonteerd, wordt
geadviseerd direct na dit horizontale gedeelte een T-stuk met aan de onder-
zijde een inspectieluik te monteren. Eventueel vocht en vaste bestanddelen
worden opgevangen in dit T-stuk en kunnen door openen van het inspectie
luik worden verwijderd. Het inspectie luik moet rook – en waterdicht zijn.
11.
De uitmonding van de schoorsteen moet worden voorzien van een goedge-
keurde schoorsteenkap.
12.
De schoorsteen en de kachel moeten eenvoudig toegankelijk zijn voor in-
spectie en reinigen.
13.
De kachel mag niet worden gebruikt om de schoorsteen / rookkanaal te
ondersteunen.
14.
Indien er gebruik wordt gemaakt van een reeds bestaand rookkanaal /
schoorsteen laat deze alvorens de kachel te installeren reinigen door een
erkend schoorsteenreinigingsbedrijf. Aanwezig roet en verbrandingsresten
kunnen de doorgang van een bestaand rookkanaal / schoorsteen verkleinen
waardoor de kachel niet goed functioneert. Opeenhoping van roet en an-
1
97