_PP150_PP400_PP600.book Seite 70 Donnerstag, 12. November 2009 2:25 14
Omvormer aansluiten
6
Omvormer aansluiten
6.1
Omvormer bevestigen
U kunt de omvormer met de meegeleverde vier houders bevestigen.
Neem bij de keuze van de montageplaats de volgende instructies in acht:
De omvormer kan horizontaal en verticaal worden gemonteerd.
De omvormer moet op een plaats worden ingebouwd die beschermd is
tegen vocht.
De omvormer mag niet in omgevingen met ontvlambare materialen
worden ingebouwd.
De omvormer mag niet in stoffige omgevingen worden ingebouwd.
De montageplaats moet goed geventileerd zijn. Bij installaties in gesloten,
kleine ruimtes moet er ventilatie mogelijk zijn. De vrije afstand rondom de
omvormer moet minstens 25 cm bedragen (afb. 4, pag. 5).
De luchtinlaat aan de onderkant resp. de luchtuitlaat aan de achterkant
van de omvormer moet vrij blijven.
Omgevingstemperaturen die hoger zijn dan 40 °C (bijv. in motor- of
verwarmingsruimtes, directe zonnestraling) kunnen door de
zelfverwarming van de omvormer bij belasting tot automatisch
uitschakelen leiden.
Het montagevlak moet vlak zijn en voldoende stevigheid bieden.
Let op!
a
Controleer voor het boren of er geen elektrische kabels of andere
delen van het voertuig door boren, zagen en vijlen beschadigd
kunnen raken.
Bevestig de omvormer als volgt (afb. 5, pag. 5):
➤ Clip twee houders op zowel het linker als rechter verbindingsstuk
onderaan.
U kunt de houders naar wens verschuiven.
➤ Schroef de omvormer vast door telkens één schroef door de boringen in
de houders te schroeven.
70
PerfectPower