Voorleesbeeld - Rehan i-See Speech Mode D'emploi

Laadscherm
Wanneer u op de knop drukt om de pagina voor te lezen zal het apparaat de tekst op de
pagina gaan detecteren. Om te laten zien dat het apparaat bezig is met de tekstherkenning
NL
ziet u een laadscherm. Om dit te onderbreken en terug te gaan naar het Live beeld kunt u
op de terug-knop drukken.
Zonedetectie
Door het drukken op dit icoon kunt u zonedetectie aan of uit zetteen. Wanneer
dit uit staat zal het apparaat meteen gaan voorlezen als u 'pagina voorlezen'
selecteert. Als zonedetectie aan staat zult u vóór het voorlezen een overzicht
zien van de paragraven die het apparaat heeft herkend on de pagina. U kunt op
deze pagina kiezen bij welke paragraaf het moet beginnen met lezen.
Enkelkolomsfunctie
Door middel van het drukken op dit icoon kan de enkelkolomsfunctie aan of uit
worden gezet. Wanneer dit uit staat en u op de Pagina voorlezen-knop drukt
zal het apparaat de kolommen tekst herkennen en per kolom voorlezen. Als u
dit aan zet wordt de tekst op de pagina herkend als een paginabrede kolom. Dit
kan gebruikt worden wanneer u tabellen en grafi eken wilt voorlezen.
Taalinstelling
Afhankelijk van de meest gebruikte tekst op de voor te lezen pagina en afhankelijk van
welke talen in het menu zijn geselecteerd (zie hoofdstuk 6.3) zal de pagina worden
voorgelezen in één taal. Alle tekst in het document zal in deze taal worden voorgelezen.
1 2
Beeldweergave
Tik op dit icoon onder het scherm om door de beschikbare
beeldweergavestanden te lopen.
Vergroten/verkleinen en schuiven
In het voorleesbeeld is het mogelijk om de tekst van de door
u gescande document te vergroten en verkleinen met behulp
van de vergroot- en verkleinknop onder het scherm. Wanneer
het beeld vergroot is kunt u met uw vinger op het beeld slepen
om het document over het beeld te schuiven.
12
3 4 5

6.2 Voorleesbeeld

Wanneer u het voorlezen start ziet u
het beeld dat zoals links afgebeeld.
Deze stand geeft u de volgende
bedieningsmogelijkheden:
1. Menu (zie hoofdstuk 6.3)
2. Leessnelheid (langzamer/sneller)
3. Volume (harder/zachter)
4. Pauze/verdergaan
5. Woord overslaan (vooruit/terug)
6. Paragraaf overslaan
(vooruit/terug)
6 7
7. Terug naar de vorige stand