minpool van de accu is in de regel verbonden
met de carrosserie van het voertuig.
♦
Klem de aansluitklem van de pluspool (rood)
van de lader op de pluspool van de accu.
♦
Klem de aansluitklem van de minpool (zwart)
van de lader op de minpool van de accu resp.
op de carrosserie.
♦
Steek de stekker van het netsnoer
lader in het stopcontact.
♦
De indicator van de accuspanning
actuele spanning van de accu weer.
♦
Bij een omgekeerde aansluiting van de uit-
gangsklemmen branden de LED-polen
Loskoppelen
♦
Koppel het apparaat los van het lichtnet.
♦
Haal de aansluitklem van de minpool (zwart)
de minpool van de accu resp. op de carrosserie.
♦
Haal de aansluitklem van de pluspool (rood)
van de pluspool van de accu.
STANDBY / Accuspanning meten
Na aansluiting op het elektriciteitsnet bevindt het
apparaat zich in de STANDBY-modus. De standby-
indicator
brandt. Bij aangesloten aansluitklemmen
wordt de accuspanning in het LC-display (spannings-
indicator
) weergegeven. De segmenten van de
statusindicator
zijn leeg.
Ligt de gemeten spanning onder 3,8 V of boven
15 V, dan wordt de accu niet geladen. On het
display verschijnt eventjes de foutmelding "Err".
Het apparaat gaat over op standby.
6 V-accu:
Wordt een accu in het spanningsbereik van 3,7–7,3
V gemeten, dan kan alleen het programma 1 worden
gekozen.
12 V-accu:
Wordt een accu in het kritische spanningsbereik
van 7,3–10,5 V gemeten, dan controleert het
apparaat of een volledig geladen 12 V-accu voor-
ULGD 3.8 A1
handen is. Druk op de programmakeuzetoets
om een programma te kiezen. Het apparaat voert
een controlemeting uit gedurende ca. 90 sec.
Op het display wordt aangegeven:
van de
Wordt na ca. 90 sec. tussen 7,3 - 7,5 V vastgesteld,
dan is de 12 V-accu defect.
geeft de
Het apparaat gaat over op standby.
Herstel
.
Wordt na ca. 90 sec. tussen 7,5 - 10,5 V vastgesteld,
dan is een 12 V-accu voorhanden. Het laadproces
begint met het gepulst bedrijf voor het herstel.
De spanningsindicator
van
bereikt, dan schakelt het apparaat naar de andere
laadniveaus. Het herstel is identiek bij alle 12 V
laadprogramma's.
Programma's kiezen
OPMERKING
►
Wordt een accu in het spanningsbereik van
3,7–7,3 V vastgesteld, dan kunnen de pro-
gramma's 2–3–4 niet worden gekozen. De
vooruitgang van het laden gebeurt automa-
tisch. Afhankelijk van het gekozen program-
ma wordt de laadkarakteristiek bewaakt wat
de spanning, tijd en temperatuur betreft. Met
het diagnoseprogramma, de herstelmodus en
de druppellading.
(zie schematisch diagram programma 3 afb. C).
Programma
1 6 V
2
3
4
knippert. Is 10,5 V
max. (V)
max. (A)
7,3 V
0,8 A
14,4 V
0,8 A
*
14,4 V
3,8 A
*
14,7 V
3,8 A
*
,
NL │ BE
│
23
■