Programma 1 „6 V" (7,3 V / 0,8 A)
Voor het opladen van 6 V-accu's met een capaciteit
van minder dan 14 Ah.
♦
Druk op de programmakeuzetoets
gramma 1 te kiezen. Het symbool "6 V" wordt
op het LC-display weergegeven. Tijdens het
laden knippert de laadindicator
duidt aan hoe ver het laden gevorderd is (1–4
balken). Als de accu volledig opgeladen is,
heeft de statusindicator
Het knipperen stopt en het apparaat schakelt
automatisch naar de druppellading.
Programma 2
(14,4 V / 0,8 A)
Voor het opladen van 12 V-accu's met een capaciteit
van minder dan 14 Ah.
♦
Druk op de programmakeuzetoets
gramma 2 te kiezen. Het symbool
op het LC-display weergegeven. Tijdens het
laden knippert de laadindicator
duidt aan hoe ver het laden gevorderd is (1–4
balken). Als de accu volledig opgeladen is,
heeft de statusindicator
Het knipperen stopt en het apparaat schakelt
automatisch naar de druppellading.
Programma 3
(14,4 V / 3,8 A)
Voor het opladen van 12 V-accu's met een capaciteit
van 14 Ah - 120 Ah.
♦
Druk op de programmakeuzetoets
gramma 3 te kiezen. Het symbool
op het LC-display weergegeven. Tijdens het
laden knippert de laadindicator
duidt aan hoe ver het laden gevorderd is (1–4
balken). Als de accu volledig opgeladen is,
heeft de statusindicator
Het knipperen stopt en het apparaat schakelt
automatisch naar de druppellading.
Programma 4
(14,7 V / 3,8 A)
Voor het laden van 12 V-accu's met een capaciteit
van 14 Ah - 120 Ah onder koude omstandigheden
of voor het laden van AGM-accu's.
■
24
│
NL │ BE
, om pro-
en deze
4 balken weer.
„12 V"
, om pro-
wordt
en deze
4 balken weer.
„12 V"
, om pro-
wordt
en deze
4 balken weer.
„12 V"
♦
Druk op de programmakeuzetoets
programma 4 te kiezen.
OPMERKING
►
Dit programma start eventueel met een ge-
ringe tijdsvertraging. Het symbool
op het LC-display weergegeven. Tijdens het
laden knippert de laadindicator
duidt aan hoe ver het laden gevorderd is
(1–4 balken). Als de accu volledig opgela-
den is, heeft de statusindicator
weer. Het knipperen stopt en het apparaat
schakelt automatisch naar de druppellading.
Druppellading
Zoals onder programma's beschreven, beschikt het
apparaat over een automatische druppellading.
Afhankelijk van de spanningsafname van de accu -
door zelfontlading - reageert de lader met een hierop
afgestemde laadstroom. De accu kan langere tijd
op de lader aangesloten blijven.
Beveiligingsfunctie van apparaat
Zodra een afwijkende situatie optreedt, bijvoorbeeld
kortsluiting, kritische spanningsafname tijdens het op-
laden, open stroomcircuit of omgekeerde aansluiting
van de klemmen, wordt de elektronica van de acculader
onmiddellijk uitgeschakeld en de basisstand inge-
schakeld, om beschadiging te voorkomen.
Als het apparaat tijdens het opladen te heet wordt,
wordt automatisch het uitgangsvermogen verlaagd.
Hierdoor wordt het apparaat beschermd tegen
beschadiging.
Onderhoud en reiniging
WAARSCHUWING! Haal de stekker
altijd uit het stopcontact voordat u
werkzaamheden aan de acculader
uitvoert.
Het apparaat is onderhoudsvrij.
♦
Gebruik in geen geval oplosmiddelen of andere
agressieve schoonmaakmiddelen.
♦
Reinig de kunststofoppervlakken van het ap-
paraat met een droge doek.
, om
wordt
en deze
4 balken
ULGD 3.8 A1