4. Ontstekingshandleiding
Het is erg belangrijk om ervoor te zorgen, dat de schoorsteen goed trekt (minimaal 12 Pa schoorsteentrek). Het is
allesbepalend dat er een goede wisselwerking is tussen de schoorsteen en de haard. De trekt wordt primair beïnvloed
door de lengte en het oppervlak van de schoorsteen, maar ook hoe drukvast deze is. De aanbevolen minimumlengte voor
een schoorsteen is 3,5 m en het bijpassende dwarsdoorsnedeoppervlak is 150-200 cm² (140-160mm in diameter). Uw
verkoper of schoorsteenveger kan u adviseren over uw schoorsteenverhoudingen. Wanneer de schoorsteen gedurende
een langere periode niet is gebruikt, dient deze vóór ingebruikname gecontroleerd te worden op blokkades. Het kan in
sommige gevallen noodzakelijk zijn om een luchtklep te installeren om de trek in de haard te kunnen reguleren.
Brandstof.
De haard is ontworpen en goedgekeurd conform EN13240 en NS 3058 voor het verbranden van gekloofde, droge berk. Het
brandhout dient een watergehalte te hebben van 12-20%. Stoken met nat hout zorgt voor roet, milieuhinder en een slecht
brandstofverbruik. Pas gekapt hout bevat 60-70 % water en is totaal ongeschikt om mee te stoken. U dient er rekening mee
te houden dat pas gekapt hout min. 1 jaar te drogen moet staan. Ongeacht de grootte dient de boom altijd gekloofd te
worden, zodat het stuk hout minstens één kant zonder bast heeft.
Men mag nooit stoken met geïmpregneerd hout, geverfd hout, plastic laminaat, multiplex, spaanplaat,
afval, melkpakken, drukwerk en dergelijke, omdat die materialen bij verbranding giftige stoffen en bijtende
en gevaarlijke dampen kunnen bevatten. Verder kunnen ze het giftige gas dioxine veroorzaken, dat
schadelijk is voor de haard en het milieu. GEBRUIK ALLEEN AANBEVOLEN BRANDSTOFFEN.
Als dit geregeld is, is het belangrijk dat u een goede wisselwerking realiseert tussen de haard en de schoorsteen. Die wordt
bereikt door deze handleiding te volgen en door gemakkelijk aan te steken hout te gebruiken, totdat er een goede trek is
ontstaan.
Problemen tijdens het aansteken of de verbranding zijn vaak te wijten aan vochtige brandstoffen of onvoldoende trek in de
schoorsteen. Controleer daarom of de schoorsteen gedeeltelijk of geheel geblokkeerd is en of de deflectorplaten correct
aangebracht zijn. In geval van oververhitting of schoorsteenbrand dient de luchttoevoer te worden afgebroken en de
situatie nauwlettend in de gaten te worden gehouden. Een schoorsteenbrand mag niet geblust worden met water, omdat er
daarbij waterdamp ontstaat (water verdampt in de verhouding 1:1700), hetgeen vanwege de snelle druktoename ernstige
schade aan de schoorsteen kan veroorzaken.
Het is belangrijk om te weten dat de verf uithardt tijdens de eerste keren dat de haard brandt. Dat betekent dat de haard
rook en geur zal verspreiden, die na ca. 1 uur weer verdwenen is. Aanbevolen wordt om in deze fase goed te luchten.
Verder is het verstandig om de haard niet aan te raken voordat de verf is uitgehard, omdat die anders kan afbladderen.
Omdat het materiaal van de haard werkt tijdens het branden en het afkoelen, kan het gebeuren dat hij geluiden maakt. Dat
fenomeen is normaal voor staalplaathaarden en moet niet worden opgevat als een defect in de haard.
Let op dat de haard en schoorsteen anders reageren bij respectievelijk warme en koude lucht, alsmede bij winderig en
windstil weer en dat luchttoevoer daarom anders gereguleerd moet worden.
Belangrijk voor de luchtregeling
Primaire lucht: volledig rechtse stand. Mag alleen gebruikt worden om op te starten.
Opstartfase
1. Draai het luchtwiel op maximum.
2. Leg aanmaakblokjes en aanmaakhout onder in de verbrandingskamer.
3. Leg het aanmaakhout (ca. 1,5 kg) dwars op elkaar, zoals bij het bouwen van een huisje met lucifers.
4. Steek hierna het hout aan.
5. De deur moet tijdens de opstartfase een paar minuten op een kier staan.
6. Stel het luchtwiel na ca. 10 min. af. Hoeveel het afgesteld moet worden, hangt van de
schoorsteentrek af. Stel het wiel af totdat de vlammen rustig branden.
Jydepejsen A/S – September 2019