Lamineerapparaat
De lamineerfolie wordt automatisch ingevoerd en aan de uitvoerzijde weer uitge
voerd. De eruit komende folie is na het lamineren zeer heet en zacht.
Koud lamineren
Bij het koud lamineren is de lamineerfolie gecoat met een speciale lijm. In tegen
stelling tot heet lamineren worden de folies niet door hitte, maar door druk met
elkaar verbonden.
Koud lamineren is geschikt voor een niet-permanente verzegeling. De koud
lamineerfolie kan in de regel zonder resten worden verwijderd van het gelamineer
de materiaal.
1. Plaats het lamineerapparaat stabiel op een vlakke, horizontale ondergrond.
Zorg ervoor dat de Aan/Uit-schakelaar in de stand OFF staat voordat u het
lamineerapparaat aansluit op een stopcontact.
2. Sluit het netsnoer van het lamineerapparaat aan op een goed bereikbaar stop
contact.
3. Zet de Aan/Uit-schakelaar in de stand COLD. De indicatoren POWER en
READY gaan aan.
4. De aandrijfmotor voor de walsen begint te draaien. Het lamineerapparaat is
klaar voor gebruik.
Als u het lamineerapparaat kort voor het koud lamineren hebt gebruikt voor heet
lamineren, laat u het lamineerapparaat gedurende ongeveer 15 minuten afkoelen.
5. Verwijder de beschermfolie van de lamineerfolie.
6. Leg het te lamineren materiaal in de lamineerfolie. Voor een optimaal
lamineerresultaat moet aan alle zijden 3 tot 5 mm afstand tot de rand van de
folie beschikbaar zijn.
Als het te lamineren materiaal afwijkt van gangbare DIN-formaten, legt u
een met het DIN-formaat van de lamineerfolie overeenkomstige opvulling
in de lamineerfolie. Het te lamineren materiaal moet tegen de voorste rand
van de gesloten zijde van de lamineerfolie worden geplaatst.
7. Voer de voorbereide lamineerfolie met de gesloten zijde naar voren en recht in
de invoerzijde van het lamineerapparaat in.
De lamineerfolie wordt automatisch ingevoerd en aan de uitvoerzijde weer uitge
voerd.
Lamineerapparaat / 4-in-1-set A230 Plus / A330 Plus
Lamineerapparaat
61