1. Activeren / Desactiveren
Vergrendel
(Activeer)
Ontgrendel
(Desactiveer)
Het alarmsysteem wordt geactiveerd op het ogenblik dat u de auto vergrendelt, en gedesactiveerd
wanneer u de auto ontgrendelt m.b.v. de afstandsbediening.
1.1 Het alarmsysteem ACTIVEREN
Belangrijk:
Om een vals alarm te voorkomen, eerst controleren dat er niemand in de auto zit, dat alle ramen
en het schuifdak gesloten zijn voordat u de auto vergrendelt (zie desactiveren van de inbraaksensor
in paragraaf 1.5).
Handeling
Afstandsbediening: Druk één-
maal op de vergrendelknop.
Smart-sleutel: Druk éénmaal
op de vergrendelknop of druk
op de vergrendelknop van de
portierkruk.
OPMERKING:
– De auto-LED knippert om u te informeren dat de startblokkering is ingeschakeld (geen link met
alarmsysteem).
– Als er binnen 30 seconden een deur, de koffer en/of de motorkap worden geopend, wordt het
systeem gedesactiveerd.
– Als een deur niet goed gesloten is, klinkt er een biepgeluid (de auto kan niet worden
vergrendeld, het alarm wordt niet geactiveerd). (Niet op alle modellen van auto's van
toepassing.)
– Het systeem wordt geactiveerd 30 seconden nadat de vergrendelknop is ingedrukt (tijd vóór
activeren).
Koffer
openen
Knipperlichten
Knippert éénmaal.
Knippert éénmaal.
Vergrendel
(Activeer)
Ontgrendel
(Desactiveer)
Lampje alarmstatus (LED)
AAN gedurende 30 seconden,
begint dan te knipperen.
AAN gedurende 30 seconden,
begint dan te knipperen.
VSS1
45