Bevestiging
•
Teken de middellijn op de muur kies één, voor de gebruiker, gemakke-
lijke hoogte, trek deze lijn om de montagehandelingen te vergemakke-
lijken (1-2).
•
Stel de afstanden X en Y vast en teken met een potlood de plaats voor
de 2 gaten, boor de gaten (2 x Ø 12 mm ), steek de twee haken met
pluggen (3) erin.
•
Verwijder het vetfilter (4), hang de afzuigkap op, regel de horizontale
stand met de regelschroeven (5).
•
Teken op de muur de positie van de 2/4 gaten (6). Verwijder de kap en
boor de gaten (2/4 x Ø 8 mm). Steek de pluggen in de gaten.
•
Bevestig de montagesteun van de schouw (7A – Afzuigkap) of de
luchtgeleider (7F – Recirculatiekap) met de pluggen Ø 8 mm en de
schroeven Ø 5x45 mm op een afstand van 3-4 mm vanaf het plafond,
met afzuigkap in centrale en horizontale stand.
•
Hang de afzuigkap weer op en maak hem definitief vast (8) met de
schroeven (2/4 x Ø 5x45 mm).
•
Maak het verloopstuk (9) boven de kap met twee schroeven Ø 3 x 9
mm vast.
•
Gebruik een afvoerpijp die lang genoeg is om de buitenkant (10) of de
luchtgeleider (7F – Recirculatiekap) te bereiken.
•
Maak de elektrische aansluiting (11) (zie hoofdstuk "Elektrische
aansluiting").
•
Plaats de schouw (12) en maak hem vast aan de montagesteun met 2
schroeven Ø 3x9 mm of aan de luchtgeleider met 4 schroeven Ø
3,5x13 mm. Laat het onderste schouwdeel dalen en plaats het boven-
ste deel op de kap (13).
•
Monteer het vetfilter.
31