Voorbereidingen treffen
voor weergave
Nadat u de luidsprekers hebt aangesloten en de
versterker hebt ingeschakeld, dient u het
geheugen van het apparaat te wissen.
Vervolgens kiest u de luidspreker-instellingen
(formaat, opstelling e.d.) en treft u de andere
voorbereidingen die nodig zijn voor weergave.
Uitleg
Om de geluidsweergave tijdens het instellen te
kunnen controleren (voor de best klinkende
instellingen) dient u eerst te zorgen dat alle
aansluitingen in orde zijn (zie blz. 18).
Het geheugen van de
versterker wissen
Voor het eerste gebruik van de versterker of
wanneer u het geheugen van het apparaat wilt
wissen, gaat u als volgt te werk.
Overigens is dit wissen niet nodig als er
automatisch een demonstratie begint wanneer u
het apparaat inschakelt.
1
Schakel de versterker uit.
2
Houd de ?/1 aan/uit-schakelaar
5 seconden lang ingedrukt.
Een demonstratie van de mogelijkheden begint
(zie blz. 2) en al de volgende onderdelen worden
gewist of in de uitgangsstand teruggesteld:
• Alle klankbeeldparameters worden
teruggesteld op de oorspronkelijke
fabrieksinstellingen.
• Alle instellingen die zijn gemaakt met
de SET UP toets keren terug naar de
fabrieksinstellingen.
• De klankbeelden die zijn vastgelegd
voor de diverse geluidsbronnen
verdwijnen uit het geheugen.
• De centrale geluidssterkte wordt
teruggesteld op to "MIN".
Mogelijke voorbereidingen
voor weergave
Alvorens u de versterker in gebruik neemt, dient u
met de SET UP toets bepaalde instellingen aan te
passen aan de configuratie van uw stereo-installatie.
Zie voor de instelbare parameters de tabel op blz. 29.
Zie verder blz. 13 t/m 17 voor de luidspreker-
instellingen en blz. 24 voor de andere instellingen.
Luidspreker-opstelling
voor meerkanaals
Surround akoestiek
Voor de beste, ruimtelijk klinkende
akoestiekweergave zouden alle luidsprekers in
principe op gelijke afstand van uw luisterplaats
(A) moeten staan.
Deze versterker biedt u echter de mogelijkheid
de middenluidspreker tot ongeveer 1,5 meter
dichterbij te zetten (B) en de
achterluidsprekers tot ongeveer 4,5 meter
dichterbij (C) uw luisterplaats.
Bovendien kunnen de voorluidsprekers zowel
dichterbij als verderaf gezet worden, van 1,0 tot
12,0 meter van uw luisterplaats (A).
U kunt kiezen of u de achterluidsprekers achter
uw luisterplaats wilt zetten of aan weerszijden
er naast, afhankelijk van de vorm van uw
kamer, e.d.
Plaats de lagetonen-luidspreker op dezelfde
afstand van uw luisterplaats als de (linker of
rechter) voorluidspreker.
Met de achterluidsprekers naast uw luisterplaats
B
A
45°
C
Met de achterluidsprekers achter uw luisterplaats
B
A
A
45°
C
90°
20°
Opmerking
Zet de middenluidspreker niet verder van uw
luisterplaats dan de voorluidsprekers.
Lagetonen-
luidspreker
A
C
90°
20°
Lagetonen-
luidspreker
C
wordt vervolgd
NL
13