INSTELLINGEN
INSTELLINGEN
Geluidsinstellingen
Gebruik van de geluidsegalisatie
• De instelling blijft voor iedere bron vastgelegd
totdat u het geluid weer opnieuw instelt. Voor
discs wordt de instelling voor ieder van de
volgende items opgeslagen.
– DVD/DVD-VR/VCD
– CD
– DivX/MPEG1/MPEG2/MP3/WMA/AAC
• U kunt het geluid niet instellen wanneer de
AV-bron uitgeschakeld is.
Kiezen van een vastgelegde geluidsfunctie
1
Toon het <Equalizer> scherm.
Op het startscherm:
• U kunt het <Equalizer> scherm ook tonen
door een druk op [
] op het <Function
Menu> scherm. (Bladzijde 7)
2
Kies een geluidsfunctie.
• U kunt van pagina veranderen om meer
onderdelen te tonen door een druk op
[J]/[K].
36
Vastleggen van uw eigen instellingen—Naar wens
veranderen van de vastgelegde geluidsfunctie
1
Kies een geluidsfunctie. (Zie de
linkerkolom.)
2
Stel het niveau van elke band in (1) en
selecteer daarna het subwoofer-niveau (2).
De instellingen worden vastgelegd en <User>
wordt geactiveerd.
• Voor het voltooien van de procedure, drukt u
op [
].
Vastleggen van uw eigen instellingen—
Nauwkeurig instellen van het geluid
1
Kies een geluidsfunctie. (Zie de
linkerkolom.)
2
Toon het instelscherm.
3
Kies een band.
4
Stel het geluid in.
[Reset]
Veranderen van het niveau van
alle banden naar 0.
<Freq>
Kiezen van de frequentie.
<Q>
Stelt de frequentiebreedte in.*
<Bass>
Activeren/annuleren van lage
tonen.*
2
<SW Level>
Instellen van het
subwooferuitgangsniveau.
De instellingen worden overschreven indien
<User> is ingesteld (zie de linkerkolom) en
<User> is geactiveerd.
• Voor het voltooien van de procedure, drukt u
op [
].
• De instellingen blijven vastgelegd totdat u het
geluid weer opnieuw instelt.
• Herhaal stappen 3 en 4 voor het instellen van de
andere frequentiebanden.
*
Vastgesteld voor de "High" band.
1
*
2
Alleen voor de "Low" band.
1