6
Spoel het bevochtigingsfilter af onder een
langzaam lopende kraan. Knijp of wring het
filter bij het reinigen niet uit.
7
Laat het bevochtigingsfilter uitlekken.
8
Plaats het bevochtigingsfilter om de
filterhouder.
9
Plaats het bevochtigingsfilter en de
filterhouder terug in het waterreservoir.
10
Plaats de bovenkant weer op het
waterreservoir.
Opmerking
•
Knijp of wring het filter niet uit. Dit kan het filter
beschadigen en de bevochtigingsprestaties beïnvloeden.
•
Droog het filter niet in direct zonlicht tenzij het terug
op de filterhouder is geplaatst
NL
101