RDS-functies
Vastleggen van voorkeurprogrammatypes
Vastleggen van een programmatype in het voorkeurgeheugen
om het type snel op te kunnen roepen.
Vastleggen van het programmatype
1
Kies het vast te leggen programmatype
Zie <PTY (Program Type)> (blz. 67).
2
Leg het programmatype vast
Houd de [#1] — [#6] toets tenminste 2 seconden ingedrukt.
Oproepen van het vastgelegde programmatype
1
Activeer de PTY-functie
Zie <PTY (Program Type)> (blz. 67).
2
Roep het programmatype op
Druk op de [#1] — [#6] toets.
Veranderen van de taal voor de PTY-functie
Kiezen van de taal voor het tonen van de programmatypes.
1
Activeer de PTT-functie
Zie <PTY (Program Type)> (blz. 67).
2
Activeer de functie voor het veranderen van de taal
Houd de [CLK] toets tenminste 2 seconden ingedrukt.
3
Kies de taal
Druk op de [#1] — [#3] toets.
Toets
Taal
[#1]
Engels
[#2]
Frans
[#3]
Duits
4
Sluit de functie voor het veranderen van de taal af
Druk op de [CLK] toets.
— 68 —