12 .8 Draadelektrode omschakelen
 Wissel de draadaanvoerrollen. Kies hier-
voor de geschikte rollen
A
Abb. 14: Draadaanvoerrollen
Aanvoerrol staal
A
Aanvoerrol aluminium
B
Aanvoerrol gekarteld (voor vuldraad)
C
A = aluminium
R = gekarteld (Rändel)
zonder kenm. = staal
Draad-Ø in mm / 10
Abb. 15: Identificatie draadaanvoerrollen
 Wissel de staalbrander om voor een ge-
schikte brander, of vervang de draadge-
leidingsspiralen.
Draadgeleidingsspiralen: (voor sta-
len of vuldraad)
 Verwijder de aanwezige draadgeleidings-
spiralen of kunststof kern en voer de
nieuwe draadgeleidingsspiraal in. (Neem
de gebruiksaanwijzing van de brander in
acht)
 Plaats leibuis 43 in de centrale bus.
Kunststof kern: (voor aluminium,
roestvrij stalen of CuSi-draad)
 Verwijder de aanwezige draadgeleidings-
spiralen of kunststof kern en voer de nieu-
we kunststof kern in. (Neem de gebruiks-
aanwijzing van de brander in acht)
 Verwijder leibuis 43 uit de centrale bus.
- 98 -
B
C
Voor de inbedrijfstelling
 Kort de uitstekende kunststof kern zoda-
nig in dat deze heel dicht tegen de draad-
aanvoerrol aankomt en schuif de dien-
overeenkomstig ingekorte steunbuis ter
stabilisatie over de uitstekende kunststof
kern.
Alle:
 Draai het laspistool vast en voer de draad-
elektrode in.
De bestelnummers van de reserve-
i
onderdelen zijn afhankelijk van het
laspistooltype en draaddiameter
en staan vermeld in de reserveon-
derdelenlijsten voor het laspistool.
42
25
7
43
Abb. 16: Draadgeleiding
7
Centrale bus
17
Centrale stekker (laspistool)
25
Draadaanvoerrol
Bevestigingsnippel (= klemgedeelte)
38
van kunststofgeleiders voor 4.0 mm en
4,7 mm uitwendige diameter
O-ring om gaslekkage te voorkomen
39
wartelmoer
40
41
kunststof kern
steunbuis voor kunststof kern met
42
uitwendige diameter van 4 mm. Bij
een uitwendige diameter van 4,7 mm
vervalt de steunbuis.
43
leibuis
44
draadgeleidingsspiraal
41
39 38
40
17
44
10.13