Onderhoud en verzorging van de batterij
•
Let erop dat uw batterij altijd vast is ingebou-
wd.
•
Een foutloze verbinding met het leidingnet
van de elektrische installatie moet zijn gega-
randeerd.
•
Batterij schoon en droog houden.
6. Bediening
Let op! Voor de eerste inbedrijfstelling dient u
motorolie en brandstof in te gieten.
•
Brandstofpeil controleren, indien nodig, bij-
vullen.
•
Zorg voor een voldoende ventilatie van het
toestel.
•
Vergewis u er zich van dat de ontstekingska-
bel goed vastzit op de bougie.
•
De onmiddellijke omgeving van de generator
in oogschijn nemen.
•
Eventueel aangesloten elektrisch toestel van
de generator scheiden.
6.1 Motor starten
6.1.1 Starten met de E-starter
•
Benzinekraan (13) openen; hiervoor de kraan
naar beneden draaien.
•
Aan/Uit-schakelaar (10) in stand "ON" bren-
gen.
•
Chokehendel (11) in stand I Ø I brengen.
•
Start de motor door de contactsleutel in het
contactslot te draaien (fig. 1, pos. 10). Als de
motor is gestart, draai dan de contactsleutel
meteen terug in zijn uitgangspositie. Indien u
de contactsleutel opnieuw bedient terwijl de
motor draait, dan veroorzaakt dit schade aan
het startsysteem.
•
Chokehendel (11) na het starten van de mo-
tor weer terugschuiven.
6.1.2 Starten met de omkeerstarter
•
Benzinekraan (13) naar beneden opendraai-
en.
•
AAN/UIT-schakelaar (10) naar stand "ON"
brengen.
•
Chokehendel (11) naar stand I Ø I brengen.
•
Motor met de omkeerstarter (12) starten,
daarvoor flink aan de greep trekken. Mocht
de motor niet aanslaan, opnieuw flink aan de
greep trekken.
•
Chokehendel (11) na het starten van de mo-
Anl_TC-PG_5500_WD_SPK9.indb 76
Anl_TC-PG_5500_WD_SPK9.indb 76
NL
tor weer terugschuiven.
Let op!
Bij het starten met de trekkabelstarter kan u
aan de hand een verwonding oplopen door een
plotselinge terugstoot veroorzaakt door de aans-
laande motor. Draag bij het starten veiligheids-
handschoenen.
6.2 Belasten van de generator
•
Als u de omschakelaar (fig. 3, pos. 27) naar
links zet, kunt u de 230 V ~ stopcontacten
gebruiken. Let op! Hoewel in deze stand het
continuvermogen (S1) van 3000 W verdeeld
is op de 2 stopcontacten, mag u ook slechts
een stopcontact met 3000 W belasten. De
totale belasting van beide stopcontacten mag
kortstondig (S2) voor 5 minuten maximaal
3300 watt bedragen.
•
Wanneer u de omschakelaar (fig. 3, pos. 27)
naar rechts zet, dan is de 400V 3~ contact-
doos actief. Opgelet: deze contactdoos mag
continu (S1) met 3600W en kortstondig ge-
durende max. 2min. met 5500W (uit stilstand,
bij afgekoeld aggregaat) of max. 5min. met
4800W (bij bedrijfstemperatuur) worden be-
last.
•
De generator is geschikt voor materieel dat
op 230 V~ en 400 V 3~ wisselspanning draait.
•
De generator niet aansluiten op een huis-
houdnet; daardoor kan schade aan de gene-
rator of aan ander elektrisch materieel in het
huis worden berokkend.
Aanwijzing: Sommig elektrisch materieel (mo-
tordecoupeerzagen, boormachines enz.) kan een
groter stroomverbruik hebben als het onder ver-
zwaarde omstandigheden wordt ingezet.
Het is niet aan te raden sommig elektrisch mate-
rieel (b.v. tv-apparaten, computers enz.) op een
generator te laten draaien. Doe in geval van twijfel
een navraag bij de fabrikant van uw apparaat.
6.3 Beveiliging tegen overbelasting
De generator is voorzien van een beveiliging
tegen overbelasting. Die schakelt de respectieve-
lijke stopcontacten bij overbelasting uit.
Let op! Mocht dit geval zich voordoen, verminder
dan het elektrische vermogen dat u aan de ge-
nerator onttrekt of verwijder aangesloten defecte
toestellen.
Let op! Defecte overbelastingsschakelaars
mogen enkel worden vervangen door overbelas-
- 76 -
17.08.2017 07:55:56
17.08.2017 07:55:56