Oliepeil Controleren - Meec tools 011853 Mode D'emploi

NL
Omlaag (zakken)
1. Sluit de ontlastingsklep van de krik door
de pomphendel rechtsom te draaien tot u
weerstand voelt.
2. Breng het voertuig omhoog zodat het
loskomt van de bokken.
3. Verwijder de bokken. Zorg ervoor dat er
zich niemand onder het voertuig bevindt
wanneer het voertuig omlaag gaat.
4. Open langzaam de ontlastingsklep van
de krik door de pomphendel langzaam
linksom te draaien, zodat het voertuig
langzaam op de ondergrond zakt en het
zadel naar de onderste stand zakt.
ONDERHOUD
• De garagekrik moet eenmaal per maand
worden gesmeerd. Door aluminiumoxide
en roest kan de krik langzamer gaan heffen
en kan er schade ontstaan aan de
inwendige onderdelen.
• Smeer alle bewegende delen met dunne
olie.
• Controleer de krik visueel op vervormingen,
scheuren in of bij lasverbindingen,
hydraulische olielekkage en beschadigde,
loszittende, versleten of ontbrekende
onderdelen.
• Als de krik is blootgesteld aan abnormale
belastingen, schokken e.d. of als er
trillingen of bijgeluiden optreden tijdens
het gebruik, moet de krik worden
gecontroleerd. Wij adviseren om de krik
voor controle in te leveren bij de
wederverkoper. Maak alle oppervlakken
goed schoon en zorg ervoor dat
typeplaatjes en veiligheids- en
waarschuwingsaanduidingen op de krik
intact en leesbaar zijn.
• Controleer het oliepeil van de krik en vul
indien nodig olie bij.
• Controleer om de drie maanden de krik op
corrosie. Indien nodig schoonmaken en
38
inwrijven met een doek met olie. Als de krik
niet wordt gebruikt, moet het zadel in de
laagste stand staan.
WAARSCHUWING!
• Vul de krik altijd alleen bij met
goedgekeurde krikolie. Andere olie kan
de afdichtingen beschadigen.
• Gebruik nooit hydraulische remvloeistof,
motorolie, vuile en verontreinigde olie,
smeervloeistof of andere vloeistoffen.

Oliepeil controleren

1. Draai de ontlastingsklep linksom zodat de
zuiger er helemaal in gaat. Druk indien
nodig op het zadel.
2. Plaats de krik op een vlakke ondergrond en
verwijder voorzichtig de olievulplug.
AFB. 3
3. De olie moet tot aan de onderkant van de
vulopening komen. Zorg ervoor dat u er
niet te veel olie bij doet als er olie moet
worden bijgevuld. Gebruik alleen nieuwe
en schone krikolie.
4. Plaats de vulplug terug.
5. Controleer de werking van de krik.
6. Indien nodig ontluchten.
Ontluchting
Bij transport en gebruik kan er soms lucht in
het hydraulische systeem van de krik komen.
Dit kan leiden tot een vermindering van het
hefvermogen en betekent dat de krik moet
worden ontlucht.
1. Open de ontlastingsklep door die linksom
te draaien.
2. Maak acht hele pompslagen met de
hendel.