4.
Laad nooit uw Booster op aan boord van een voertuig waarvan de spanning van
de sigarettenaansteker 24V is.
5.
De sigarettenaansteker van het voertuig moet zonder fout nagekeken worden.
Er zeker van zijn dat de sigarettenaansteker 14 tot 14,4V debiteert bij 2000 TPM
n
toerental, anders dient u de massa en de aansluitingen te controleren. Een span-
ning van 13V aan de sigarettenaansteker is niet voldoende om de Booster op te
laden.
4.2. Starten
1.
Belangrijk: bij moeilijk te starten voertuigen moet men 3 minuten wachten tus-
sen twee startpogingen van maximaal 10 seconden.
Drie redenen:
n
a. De spanning van de batterij van de Booster een kans geven zich te kunnen
herstellen.
b. De gassen in de batterij de kans geven zich te vernieuwen.
c. De interne componenten van de batterij een kans geven om te koelen.
Als u niet wacht en/of de startpoging duurt te lang; riskeert u kracht te verliezen,
n
verlaagt u uw startkansen bij een 2e startpoging en riskeert u de interne zekering
te smelten.
2.
Sluit nooit een Booster aan op een batterij of een starter die in kortsluiting is.
3.
Ontkoppel nooit de Booster bij een draaiende motor wanneer er geen batterij
aanwezig is in het voertuig of wanneer de batterij van het voertuig over 0 volt
beschikt.
Dit kan de diodes van de stroomgenerator beschadigen en de elektronische
n
componenten van het voertuig.
4.
Zet nooit de Booster in kortsluiting door bijv. de rode klem (+) aan te sluiten op
de negatieve accupool van het voertuig en de blauwe klem (-) op de massa van
de motor.
De zekering van de batterij zal onmiddellijk smelten.
n
4.3. Opmerking
Als u uw Booster uitleent, gelieve dan goed de verschillende gebruiksaanwijzingen
mee te delen. De levensduur van uw Booster hangt er van af.
Als u langdurig verzekerd wilt zijn van een goede werking van
uw Booster, laat deze dan steeds aangesloten
op de bijgeleverde lader.
NL
25